Jonkerbosch   –––––––––––––––
                       Groei en Bloei  (5)

Br. Vertunianus

De vooroorlogse jaren 1936-1940

Ofschoon Jonkerbosch langzamerhand meer bekendheid krijgt (het verslag van de inwijding door Mgr. Diepen verscheen in verschillende kranten, waarbij "De Gelderlander" met een bijna volle voorpagina kwam) verkeert het aannemen van nieuwe leerlingen in een moeilijk beginstadium. Op de dag der inwijding waren er 9 broeders en 13 jongens. In deze onevenredige verhouding komt in september 1936 verandering. Er arriveren 9 nieuwen, zodat er dan 21 leerlingen zijn. Er was inmiddels een leerling vertrokken. In de loop van dat jaar stijgt het aantal tot 24.

Het onderwijs

Het schoolgebouw omvatte zes klaslokalen, terwijl het middelste lokaal gereserveerd was voor de directeur. Br. Adulf was met het directeurschap belast. De drie broeders-onderwijzers hadden, ondanks het kleine getal leerlingen toch werk in overvloed om zich in te werken in het gebruik van het vele leermateriaal. Tevens hadden ze nog de taak zich toe te leggen op de studie van het minderbegaafde kind. Deze studie hadden zij reeds ingezet bij de kennismaking met het b.l.o.-onderwijs in België. Dit onderwijs had zich daar onder leiding van Br. Ebergiste, directeur van het St. Jozefinstituut te Zwijnaarde bij Gent, reeds sterk ontwikkeld. Veel van het door Br. Ebergiste gebruikte materiaal werd op Jonkerbosch overgenomen. In het bijzonder de leermiddelen die nodig waren voor de ontwikkeling van het gezicht (kleur), het gehoor en het gevoel (de tastzin). De eerste rijkssubsidie wordt op 16 maart 1937 toegekend, terwijl er nog maar enkele broeders salaris genieten. In het archief is blijkbaar met vreugde opgetekend dat op 1 januari 1940 een vierde leerkracht gesalarieerd wordt, Gedurende het jaar 1939 is men voor het eerst boven het getal van 54 leerlingen gekomen (de leerlingen- schaal voor het b.l.o. is 18), zodat het jaar daarop vier leerkrachten salaris genieten.
Begin oktober 1936 wordt ons pensionaat bezocht door het Algemeen College van Toezicht, Bijstand en Advies voor het Rijkstucht- en Opvoedingswezen uit Den Haag. De belangstelling voor Jonkerbosch is dus al naar het Noorden doorgedrongen. De heren worden begeleid door Dr. Eijkel, hoofdinspecteur van de volksgezondheid en door Dr. Veeger, inspecteur van de volksgezondheid in Gelderland.

achterzijde schoolgebouw 1936
Het schoolgebouw in 1936

beide paviljoens 1936
De beide paviljoens

Het jaar 1936

Het groeiend aantal leerlingen maakt het nodig een ziekenbroeder aan te stellen: 29 augustus arriveert Br. Ricfried, die tevens de functie van koster waarneemt. De kapel is nog steeds ingericht op de slaapzaal van het St. Jozefpaviljoen. Voorlopig worden de jongens nog niet ingeschakeld om in de kapel als misdienaar te assisteren. De kinderen van boswachter Th. Nuy (sedert de komst der Broeders tuinknecht) zijn jaren lang onze trouwe misdienaars geweest. Het najaar 1936 leent zich tot het planten van de fruitbomen in de boomgaard. Op het bijgekochte stuk achter het bos wordt de fruitboomgaard aangelegd.

In de loop van dit jaar verschijnen ook de eerste ansicht-(foto)kaarten van Jonkerbosch. De KLM. heeft gezorgd voor een opname vanuit de lucht van het gehele gebouwencomplex. Op deze foto komt de jonge aanplant duidelijk naar voren, evenals de autopedbaan (een kleine wielerbaan). De kleine speeltuin, met twee schommels en twee wippen. die zich achter deze baan bevindt, is nauwelijks zichtbaar. Buiten deze luchtfoto verschijnen kaarten van : voor - en achterkant van het hoofdgebouw, de twee paviljoens tezamen (nog mogelijk wegens de lage begroeiing), speelzaal, slaapzaal, wasplaats, keuken, voor- en achterkant van het schoolgebouw, klaslokaal, speeltuin en als laatste de Vossenlaan in het bos. Beslist een mooie serie, crème-gekleurde kaarten.

Voor de ouders der leerlingen verschijnt de eerste prospectus, een dubbel blad met de luchtfoto op de voorpagina. Uit deze prospectus blijkt dat twee soorten leerlingen aangenomen worden: debielen, jongens die verstandelijk achterblijven bij leeftijdgenoten en lichamelijk gebrekkigen. Onder deze laatsten bevinden zich vanzelfsprekend kinderen die het normale onderwijs kunnen volgen. De beide paviljoens bieden de mogelijkheid tot selectie dezer twee groepen, en tot het verder indelen in kleinere groepen, waardoor de opvoeding huiselijker wordt. Interessant is het te lezen dat reeds verwezen wordt naar de mogelijkheid tot vakopleiding in de werkplaatsen, bij de verdere uitbouw van het complex voorzien. Op die wijze hoopt het instituut de jongelui zover te brengen dat ze min of meer zelfstandig hun plaats in de maatschappij kunnen innemen. Het kost- en leergeld bedraagt fl. 600,- per schooljaar. Voorts wordt, behalve van de uitzet, nog melding gemaakt van de vakanties, waarbij de reizen onder de leiding van de broeders gemaakt worden tot de voornaamste stations. Hieruit blijkt dat per trein gereisd wordt vanaf en naar Nijmegen.

Pensionaat Jonkerbosch en omgeving op 28 mei 1937
Luchtfoto Jonkerbosch

De Pedologische Instituten te Hengstdal

Bij de officiële opening van de Pedologische Instituten op 15 oktober 1936 aan het Hengstdal te Nijmegen door Z. Exc. Minister Dr. J.R. Slotemaker de Bruïne, is Jonkerbosch vertegenwoordigd door de Overste, Br. Designatus, en de directeur, Br. Adulf. De Instituten waren reeds eerder in de maand mei ingewijd door Mgr. Diepen, dus nog voordat deze hetzelfde zou doen op Jonkerbosch. Zij vormen een onderdeel van de R.K. Universiteit, wat oorspronkelijk ook met Jonkerbosch in de bedoeling had gelegen. Door bepaalde omstandigheden is dit echter nooit verwezenlijkt, welk feit bij de opening op Hengstdal door Prof. Duynstee C.s.s.R. terloops wordt aangehaald. Toch blijft er nog enkele jaren contact met de P.I. te Hengstdal, zij het alleen in de persoon van de geneesheer-directeur, die enkele keren per jaar Jonkerbosch bezoekt voor het behandelen of het onderzoeken der leerlingen.

Beidt uw Tijd

Het jaar 1937 brengt een drietal veranderingen in het schoolpersoneel, terwijl het getal leerlingen in de loop van het jaar de 63 bereikt. Een flinke stijging wanneer men bedenkt dat de 25e leerling, Jan van Santvoort uit Heeze, in het begin van het jaar, op 18 januari, op feestelijke wijze was binnengehaald. Mogelijk is de eerste toegekende rijkssubsidie van 10 maart, waarover Jonkerbosch zich mocht verheugen, een stimulans geweest om flinker door te zetten en de paviljoens te bevolken.

De firma Eijsbouts uit Asten, die al geruime tijd eerder opdracht had ontvangen tot het plaatsen van een torenuurwerk, komt op 28 mei dit werk uitvoeren. Jonkerbosch kan nu ook met de tijd meegaan. Tegelijkertijd wordt er op het platte dak van de traphal een elektrische luidklok aangebracht.
Het eerste schooluitstapje wordt de 4e juni gehouden. Men gaat nog wel niet erg ver van huis; het bevalt echter zo goed, dat er reeds plannen worden gemaakt voor het volgende jaar.
Einde juni vermaakt jong en oud zich op de Vlaamse kermis die op het speelterrein is ingericht.

De doolhof

Als men eind september bezig is met het metselen van de ingangspoort langs de Mollenhutseweg, worden de eerste voorbereidingen getroffen voor het aanleggen van een doolhof. De opzichter van de bouwwerken, G. van Veen, komt de doolhof uitzetten naast de voortuin, bezijden 't hoofdgebouw (de plek van de latere schooltuin). De tekening was ontworpen door de tuinarchitect W. Lindeman uit Oosterbeek. Het is nog slechts wachten op de ligusterplanten, die 13 november van uit Venray (Huize St. Servatius) arriveren: 7.000 stuks ligustrum worden Jonkerbosch gratis aangeboden. Enkele dagen later begint het planten van de doolhof. Het werk pakt men, met vier man aan en het groot karwei neemt een dag of tien in beslag. Later, als de planten groter zijn, wordt midden in de doolhof nog een bel gehangen waarmee de doler op luidruchtige wijze aan buitenstaanders te kennen zal kunnen geven dat hij er in geslaagd is de weg te vinden.
Het hoofdgebouw, dat nog steeds in de grondverf staat, krijgt in dit najaar zijn afwerking door de firma Klabbers.

Het jaar 1938

Bij gelegenheid van de geboorte van Prinses Beatrix vindt op 1 februari het planten van een lindeboom plaats op de helling. Aan de voet van het jonge boompje begraaft men een gesloten fles, waarin een lijst met de namen van alle bewoners van Jonkerbosch.
Een week daarna maakt men een begin met de aanleg van een hertenpark. Daartoe wordt de kuil bij het kleine paviljoen van een degelijke afrastering voorzien.
Voor Br. Adulf, de directeur van de school, blijkt het werk na drie jaren te zwaar en hij wordt op 18 maart dan ook overgeplaatst naar Eikenburg. Dat men bij het zoeken van een nieuwe directeur een jongere kracht zal benoemen ligt voor de hand. Deze kracht is spoedig gevonden, ofschoon het nog een maand duurt voordat Br. Koenraad arriveert. De Provinciale Overste wacht liever de paasvakantie af alvorens de nieuwe directeur te benoemen. Op 19 april kan deze met zijn niet gemakkelijke taak beginnen.

De schoolreis van 14 juli

't Eerste uitstapje in 1937 was zo goed bevallen dat de school al vroeg plannen maakt voor een nieuw reisje. Een degelijke voorbereiding gaat er aan vooraf. Toevallig is een oud schrift bewaard gebleven, waarin de hele reis, verlucht met foto's, beschreven staat en waaruit blijkt dat de reis in alle klassen van tevoren goed bekeken is. Er zit een stukje geschiedenis in verwerkt, want een schoolreisje biedt altijd gelegenheid om de jongens iets van geschiedenis bij te brengen. De reis gaat van Nijmegen over Arnhem (de nog niet zo lang geleden klaargekomen bruggen "liggen" in de volle belangstelling) naar Apeldoorn, 't Loo en 't Uddelermeer. Na de schoolreis wordt het schrift besloten met een pittige en humoristische beschrijving. We lezen er onder meer:
"Arnhem doemt op, geflankeerd door groen beboste heuvelen, en omspoeld door de bochtige Rijn. De boven alle gebouwen uitstekende grote ronde gevangeniskoepel, "de Paraplu", inspireert de jeugd tot 't zingen van "Onder Moeders Paraplu" en een der geleiders tot 't geven van een zedepreekje om altijd braaf te blijven, en dáár uit!"

vertrek schoolreis 1938
Voor het vertrek

1898-1938: Regeringsjubileum!

Het veertigjarig regeringsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina wordt op feestelijke wijze voor en door de jongens gevierd. Een grote optocht, met feestmutsen, vlaggen en lampions, trekt langs de gebouwen, terwijl een zanghulde en een toespraak door de directeur op het bordes achter het hoofdgebouw het feest besluiten.
In de loop van dit jaar is pater Langeveld O.E.S.A. benoemd tot rector van Jonkerbosch, welke functie hij drie jaren zal blijven uitoefenen.
Begin september wordt de school geopend met een vijfde klas, terwijl er tevens een handenarbeidklas is ingericht. Nu zijn voor het eerst alle klassen in gebruik. Het aantal leerlingen bereikt de 63, er zijn 21 broeders en 6 knechten.

De grote duiventil achter  
op het speelveld  
duiventil 1938  

Op het speelveld, tegen de bosrand, is men druk bezig met 't timmeren van een duiventil in de vorm van een Hollandse windmolen. Onder leiding van de broeders werkt iedereen er hard aan om er een prachtstuk timmerwerk van te maken, ongeveer vijf meter hoog. De duivensport schijnt daarmee op Jonkerbosch in te burgeren.

1939: Uitbreiding

In het begin van het jaar vindt het afscheidsfeest plaats van Br. Dentelinus, die sinds 20 mei 1937 in de keuken de scepter zwaait. Hij wordt vervangen door Br. Resignatus, die niet zo erg jong meer is met zijn 68 jaren. Gelukkig krijgt hij een helper in de nog jeugdige Br. Megaudius.
In de maand juni gaat de schoolreis naar Arnhem en Rhenen.
Was het aantal broeders-onderwijzers sedert 1938 al uitgebreid met Br. Aquilas, in september komt ook Br. Leobaldus zich wijden aan het onderwijs der jeugd.

De verkennerstroepen, die opgericht worden, vinden voldoende gelegenheid tot kamperen in de bossen. Op de vrije middagen is dit een machtig middel om de jongens nuttig bezig te houden. Het Goffertpark biedt volop kans om korte wandelingen te maken, terwijl men eveneens andere uitstapjes houdt.

verkenners 1939
De verkenners bij hun kampement

De winter van 1939-1940, met zijn vele sneeuw en ijs, laat de jeugd als echte Hollandse jongens genieten. De kleintjes houdt men binnenshuis bezig met de poppenkast.

Bouwplannen

Uit enkele bewaard gebleven brieven komen we meer te weten over de bouwplannen, die al in 1938 waren opgekomen. Het aantal jongens was voor elk paviljoen beraamd op 36 en het is te verwachten dat de twee paviljoens over een jaar bezet zullen zijn. Een uitbreiding op tamelijk korte termijn is wenselijk, terwijl ook de bouw van de kapel niet lang meer op zich kan laten wachten.
Begin 1939 stuurt architect Jos Bekkers een schets van de kapel. Deze wordt door het bestuur en de broeders met veel bijval ontvangen. Verschillende wijzigingen worden de architect voorgesteld. Hij brengt ze binnen een week aan. Men schijnt haast te maken (Hitler valt Tsjecho-Slowakije binnen!).
Het bouwprogramma dat op 2 mei 1939 door de architect wordt voorgesteld zal ruim twee jaar in beslag nemen, te beginnen met het tweede halfjaar 1939. Zijn begroting bedraagt fl. 215.000,- voor de bouw van de kapel en een dubbel paviljoen. Dit laatste zal dan plaats bieden aan 60, eventueel 72 jongens.
Met het dubbel paviljoen wil men het eerst beginnen, terwijl de kapelbouw in 1940 kan starten, om deze in 1941 te kunnen voltooien. Het paviljoen krijgt dus de voorrang. Het gebouw moet 70 m lang worden, met twee traphallen, twee dagzalen, met er tussenin een gemeenschappelijke eetzaal en buiten overdekte terrassen; op de middenverdieping twee slaapzalen met een grote bad- en doucheruimte; op de zolderverdieping een 20-tal broederskamers.
Uit de correspondentie blijkt dat de architect in juni van de provinciale overste opdracht krijgt met het paviljoen voort te werken. De architect wil niet op eigen houtje werken en verzoekt meerdere malen aan zijn schetsen de nodige veranderingen aan te brengen. Op 18 juli worden de nieuwe tekeningen ontvangen, waarbij nogmaals wordt aangedrongen op diepgaande bestudering, maar hij ziet liefst geen grote veranderingen meer. Enkele dagen later zijn de aangegeven veranderingen in Haarlem en de tekeningen worden nu definitief. In augustus krijgen B. en W. van Nijmegen de plannen in handen ter goedkeuring. Eind augustus zijn de laatste kleinigheden aangebracht en zal men kunnen beginnen. Het is echter of de architect een voorgevoel heeft. Zijn brief van 30 augustus bevat onder meer de woorden: "In deze toestand zult U ook wel niet denken aan uitvoering. Ik hoop echter dat O. L. Heer ons mag sparen van de oorlog, want wat zal dat in deze tijd verschrikkelijk zijn". Twee dagen later is de oorlog een feit, Hitler trekt Polen binnen! Architect Jos Bekkers is een van de velen die naar Duitsland gevoerd zouden worden om er nooit meer van terug te keren. Hij weigerde voor de Duitsers te werken. Jonkerbosch houdt zijn nagedachtenis in ere!

achterzijde hoofdgebouw 1939
Achterzijde hoofdgebouw: voor de kapel gereserveerd bouwterrein

1940: Oorlog!

Te midden van sneeuw- en ijspret moet er ook aan gedacht worden om het eerste lustrum te vieren. Wegens de vasten wordt dit een week vroeger gevierd, nl. op 4 februari. Br. Nathanaël, de provinciale overste, komt het feest meevieren. Na de hoogmis geven de jongens tijdens de receptie diverse mooie nummertjes. Na het lof wordt er een groepsfoto gemaakt, gevolgd door een filmvoorstelling. Bij het vijfjarig bestaan is de bevolking van Jonkerbosch aangegroeid tot: 26 broeders, 64 leerlingen en 5 knechten.
Na deze vijf eerste jaren behoren de begin-moeilijkheden tot het verleden en kan men met een gerust hart het volgende lustrum tegemoet zien.
Wie had echter kunnen rekenen op 10 mei...

inhoud volgende deel Schakel, jaargang 9 (1959), nummer 1, pp. 7-16

StatCounter