Jonkerbosch   ––––––––––––––––
                       Groei en Bloei  (14)

Br. Vertunianus

De moeilijke Herovering van Jonkerbosch: 1945-1946 (vervolg)

Nogmaals: Het Engels kerkhof

Maar nog steeds dreigen er moeilijkheden en spanningen, die een verdere opbouw en uitbreiding in de weg staan. We weten het reeds, zonder verder protocol hadden de Engelsen gebruik gemaakt van ons terrein om hun doden te begraven en tenslotte ontstond er een groot kerkhof. Dit geeft aanleiding voor het publiek tot een druk bezoek aan de graven van de gesneuvelde soldaten, maar daarmee is ook de vrijheid van ons terrein zoek.

Aan het gemeentebestuur wordt nu het verzoek gericht om het kerkhof zo spoedig mogelijk naar een ander terrein over te brengen, waarop we te horen krijgen dat de Engelsen onverbiddelijk vasthouden aan dit rustig gelegen kerkhof. Vele graven uit de omtrek waren al overgebracht naar "Jonkerbosch" en de familieleden in Engeland hebben de naam van het kerkhof al, terwijl de gesneuvelden als begraven op Jonkerbosch ingeschreven staan in de Engelse registers. Het nodige terrein daarvoor zal onteigend worden. Nu wordt de zaak voor Jonkerbosch van "kwaad tot erger" en moet er groot alarm geslagen worden om dit onheil af te wenden. Onze toekomstplannen worden doorkruist en de uitbreiding en de hele opzet van Jonkerbosch worden gehandicapt en onmogelijk gemaakt.
Met het gemeentebestuur wordt er druk en intens onderhandeld, geconfereerd, getelefoneerd. Al onze gegronde bezwaren met situatietekeningen worden voorgelegd en besproken; er wordt met klem op gewezen dat de uitbreiding juist van het kerkhofterrein afhangt en er op steunt.

Het gemeentebestuur vindt deze bezwaren redelijk, gegrond en van vitaal belang. Het zal ons krachtig steunen en trachten de beslissing van de Engelsen ongedaan te maken, maar hetzelfde bestuur zit nog met de moeilijkheid een nieuw terrein aan te wijzen. De Engelsen echter blijven hardnekkig weigeren, maar willen wel een persoonlijk onderhoud hebben en de toestand ter plaatse opnemen.
In een vergadering op Jonkerbosch, waar enkele hogere officieren uit Brussel, de secretaris van Nijmegen met zijn staf en het bestuur van Jonkerbosch bijeen zijn, zal de eindbeslissing genomen worden. Al onze bezwaren, de bouw- en situatieplannen worden door de Engelsen niet aanvaard. Voor hen blijft de onoverkomelijke moeilijkheid de gesneuvelden zijn ingeschreven in al de gemeenten van Engeland op de naam "Jonkerbosch", hetgeen onmogelijk veranderd kan worden. Wat nu? Het loopt hoog op, vooral omdat de Engelsen aanvoeren, dat we er een eer in moeten stellen een kerkhof te bezitten!

Br. Palmace heeft op dit ogenblik gewacht en brengt de laatste redplank ter tafel: de septictank. De hele rioolafvoer van Jonkerbosch voert precies langs het kerkhof naar de septictank, die door de Duitsers in het ongerede is geraakt en totaal geen dienst meer kan doen door verstopping. Hij weet de Engelse gemoederen te bewerken, want wat kan er al niet gebeuren als de riolering doorbreekt en het kerkhof aan vernieling ten prooi ligt. Dit argument slaat in en nadat Br. Ursicus de heren opmerkzaam heeft gemaakt op het feit dat "Jonkerbosch" zich veel verder uitstrekt dan onze eigendommen, is de kogel door de kerk. Het hele gezelschap maakt nu een rit rond het gebied "Jonkerbosch", bij welke rit een nieuw terrein gevonden wordt, ook gelegen langs de Mollenhutseweg, en door het gemeentebestuur aan de Engelsen wordt toegewezen als "British War Cemetery Jonkerbos". En hiermee is het netelige probleem opgelost!
Het opgraven der gesneuvelden heeft eerst plaats in 1947. De gesneuvelden, begraven in de schooltuin, zijn reeds eerder opgegraven.

De opheffing van Winckelsteegh

Na de terugkeer uit Oisterwijk heeft het leven op Winckelsteegh zijn gewone loop hernomen. Zal het "oorlogskind" in leven blijven? De illusie die men gekoesterd had, dat na afloop van het krijgsbedrijf de normale toestanden spoedig zullen herstellen en de jeugdcriminaliteit verminderen, blijkt ijdel. Een huis als de Winckelsteegh blijft nodig, althans zeer gewenst, doch de Congregatie-overheid ziet zich verplicht haar verdere medewerking tot het instandhouden ervan op te zeggen. Dit is het minder prettige nieuws dat de provinciale overste, Br. Nathanaël, begin november 1945 komt meedelen. Het is een harde klap voor de broeders, die zich in zo'n moeilijke omstandigheden met hart en ziel aan hun werk hebben gegeven. Tot hun eer moet gezegd worden, dat ze de slag op voorbeeldige wijze wisten te dragen.

De opzeggingstermijn van het gehuurde perceel is 6 maanden. In overeenstemming hiermee kan met ingang van 1 juni 1946 Winckelsteegh verlaten worden. Er is dus een half jaar tijd om de lopende zaken te regelen en de stichting te liquideren. Allereerst wordt contact opgenomen met het departement van Justitie, 7e afdeling, Rijkstucht en Opvoedingswezen, onder welk departement Huize "Winckelsteegh" ressorteert, en met de leden van de Commissie. Bij allen komt het bericht "als een donderslag bij heldere hemel", en betreurt men het besluit. Daags na de mededeling aan het departement zijn er al twee hoofdambtenaren voor overleg, om tot voortzetting te komen. De vraag is of het een financiële kwestie is: geld is er om tot voortzetting en uitbreiding over te gaan. Dit is echter niet de bedoeling van 't Congregatie-bestuur. Het beslotene blijft van kracht. Wel wordt er door de Justitie getracht een andere Congregatie te vinden om het werk over te nemen. Dit lukt evenmin.

Nu is het zaak in tegenovergestelde richting te gaan werken. Liquidatie is geen prettig vooruitzicht, maar iedereen draagt het zijne er toe bij om alles in goede banen te leiden. Medewerking voor het plaatsen van de jongens is er voldoende, de opname wordt gestopt en tegen 1 juni is het aantal tot de helft verminderd. Op de laatste dag van mei gaan de jongens vertrekken, gedeeltelijk naar het Rijksopvoedingsgesticht te Doetinchem, anderen, waarover reeds een beslissing is gevallen, naar diverse Katholieke inrichtingen van opvoeding.
Dan volgt de ontruiming, die spoedig in kannen en kruiken is. Kleding e.d. brengt men naar Jonkerbosch en Eikenburg te Eindhoven. Er is een grote voorraad kleding, nog uit de dagen van verblijf in Oisterwijk. De geleende spullen van St. Bavo te Noordwijkerhout gaan terug.
Op 1 juni vertrekken de broeders naar de diverse huizen van onze Congregatie en daarmee is het instituut opgeheven.
Alleen de herinnering is blijven voortbestaan en allen die er werkten, denken nog steeds terug aan de bewogen tijd, op Winckelsteegh doorgebracht.

Het verdere verloop van het trimester

Jonkerbosch daarentegen raakt weer in zijn gewone doen. De Eerste en de Plechtige H. Communie hebben weer plaats in de junimaand. Bij die gelegenheid brengt de Nijmeegse Postharmonie een serenade voor de feestelingen en de ouders.

verkennerskamp
Een der groepen in het verkennerskamp

Het jeugdwerk doet weer zijn intrede op Jonkerbosch. Er verrijst een verkennerskamp voor zaal 1 achter het Mariapaviljoen, onder leiding van Br. Camelianus. Er wordt druk gewerkt aan het bouwen van tenten en het plaatsen van een hekwerk van berkenstammen. De verkenners eten buiten, zoals in een echt verkennerskamp gebruikelijk is. Tussendoor zitten ze wel eens aan de bessen bij Nuy.
Bij gebrek aan een eigen zwembad biedt de Dukenburg een welkome verfrissing. Men kan daar in alle geval doen wat op zwemmen lijkt (het water is maar hoogstens 50 cm diep!). De omgeving leent zich eveneens voor picknicken.
Van het verkennerskamp en het zwemmen op Dukenburg is in het archief een 8 mm-film bewaard gebleven.

De wacht houdt een oogje in het zeil... wacht  

Op 8 juni trekken de jongens naar circus Strassburger in de stad en op 16 Juni nemen de broeders deel aan de Maria-Omdracht in stromende regen. Op 18 juli wordt Br. Dioscorus met buikvliesontsteking in het St. Canisiusziekenhuis opgenomen. Alles loopt goed af. Op St. Vincentiusdag (19 juli) wordt er op het speelveld een Vlaamse kermis georganiseerd, met gelukstentjes en volksspelen. Per microfoon opent de overste, Br. Ursicus, de blijde dag. Er zijn tenten voor vogelpik (Br. Theodisius), bussen gooien (Br. Alferius), rad van avontuur (Br. Erembodus), vissen (Br. Leobald) en ringwerpen (Br. Constantianus). Ook op deze dag is de filmoperateur in actie. Na de middag hebben de volksspelen plaats van 2 tot 7 uur. Er is afwisseling genoeg: schop omtrekken, koekhappen, zaklopen, vliegeren (dè attractie!), driebeen, flessen vullen, klomp met water vangen, bel trekken (Br. Alferius vult de bussen met water) en hardloop met hindernissen. Br. Megaudius en Br. Genebald delen ijsco's uit voor de vele dorstige kelen.

Vlaamse kermis 1946
Bij de vistent

Na het vieren van het naamfeest van de overste op 24 juli, begint daags daarna de grote vakantie.
De broeders houden dan hun jaarlijkse retraite op eigen bodem en na afloop worden de Passiespelen in Tegelen bezocht.
Op 5 augustus brengt de nieuwe Generale Overste, Vader Generaal Warner, zijn eerste bezoek aan het heroverde Jonkerbosch.

Massale uittocht

"Jonkerbosch" blijft "Jonkerbosch", máár met grote toekomstplannen in het vooruitzicht, vastberaden en vol jeugdige energie. En...
nu heel de kudde, welgesteld, voltallig, tevreden en voldaan, weer verenigd, door de overste Br. Ursicus in haar oud, bekend verblijf is binnen geleid, schijnt ook de taak van Br. Ursicus en zijn opdracht hier te zijn volbracht. Eind augustus komt het onverwachte bericht van de nieuwe Provinciale Overste, Br. Vivinus, dat Br. Ursicus zal worden opgevolgd door Br. Aubertus uit Kaatsheuvel als nieuwe overste, terwijl deze tevens het directeurschap gaat waarnemen.
Heel het bestuur van Jonkerbosch met nog 9 andere broeders, waaronder de directeur, Br. Cyprianus, krijgen een werkzaamheid in andere huizen aangewezen.

inhoud volgende deel Schakel, jaargang 12 (1962), nummer 1, pp. 6-10

StatCounter