Jonkerbosch   –––––––––––––––
                       Groei en Bloei  (4)

Br. Vertunianus

"De Maasbode" van 17 oktober 1935

In de rubriek "Sociaal Leven" lezen we: "De zorg voor het misdeelde kind. Opvoedingsinstituut voor jongens "Het Jonkerbosch". Het vraagstuk der opvoeding wordt een steeds moeilijker probleem. De besten onzer pedagogen getuigden het welhaast uit den treure en de praktijk des levens is daar - iedere dag opnieuw - om hun gelijk te geven. Geldt dit reeds voor de opvoeding van het volkomen normale kind, hoeveel sterker dan nog voor het geesteszwakke, dat met zijn geringer intellect en weerstand veelal groter gevoeligheid toont voor lichamelijke neigingen.

Vroeger werd er met het lichtdebiele kind als regel weinig omslag gemaakt, Men wanhoopte eraan, het ooit te kunnen opvoeden tot een mens, in staat op enigerlei wijze zich zelf door het leven te slaan. Den een of anderen dag verdween het in een gesticht of inrichting, waar de lichtere en zwaardere gevallen samen werden opgevoed. De moderne wetenschap heeft ook hieraan een einde gemaakt. Het specialisme in de wetenschap heeft aan deze kinderen aandacht gewijd, met het resultaat, dat ook voor dezen methoden zijn vastgesteld, die, gepaard gaande met speciaal onderwijs, in staat zijn de lichtdebiele kinderen met voldoende resultaat op te voeden.
Vele inrichtingen in den lande hebben zich aan de hand van methoden, gebaseerd op een diepgaand onderzoek, gewijd aan de opvoeding van deze kinderen. Huize Vincentius in Udenhout kreeg reeds prachtige resultaten met de opvoeding van lichtdebiele meisjes. En deze zomer kwam het internaat "Het Jonkerbosch" te Nijmegen gereed, waar de Broeders van Liefde zich zullen wijden aan de opvoeding van lichtdebiele jongens, later wellicht ook aan de opvoeding van gebrekkige jongens."

Dan bespreekt de schrijver de bouw en de inrichting van het pensionaat, waarbij hij vooral wijst op het uit elkander liggen van school, paviljoens en hoofdgebouw, waardoor de kinderen telkens van milieu moeten verwisselen, wat de eentonigheid zoveel mogelijk weert. Hij tekent er nog bij aan:
"Voor de vloerbedekking werd asbest en rubber gebruikt, de meubels zijn van blank eikenhout met cellulose bespoten. Een veelvuldige toepassing van glazen wanden maakt het toezicht zeer gemakkelijk. Het schoolpaviljoen bevat 6 ruime schoollokalen uitkomende op een lange gang, lopende langs de westzijde van het paviljoen. Deze gang is door glazen kasten van de schoollokalen gescheiden en dient tevens tot expositieruimte voor verschillende leermiddelen.
Aan de buitenzijde op het Z.O. zijn grote terrassen, zodat de mogelijkheid bestaat in de open lucht les te geven.
Het boven beschreven gedeelte is gereed gekomen. Het gehele plan omvat zeven of acht paviljoens, een kapel parallel met den hoofdgevel en daarmede verbonden, in het zuiden in de bossen een ambachtsschool en misschien later in het oosten op de terreinen aparte pedologische inrichtingen.

klaslokaal 1935
Klaslokaal

Het onderwijs, dat gegeven wordt, staat op heel andere basis dan het gewone lagere onderwijs. De eerste klas, waar de kinderen beginnen, is feitelijk meer een speelklas, waar de zintuigen moeten worden ontwikkeld: een ruim lokaal met de gewone kleine schoollessenaars, maar de kinderen zitten feitelijk evenveel op den grond als in de bank zelf. De broeders hebben voor de zintuigenontwikkeling zelf leermiddelen gemaakt. Leermiddelen om de kleur te leren onderscheiden, de tastkast, waarachter de leerling komt te staan en dan voorwerpen moet betasten, zonder dat hij ze kan zien om ze dan op den tast te benoemen. Van deze zintuigelijke methode was dr. Decroly, professor aan de Universiteit van Brussel (gest. 1932 ) de promotor.
Zij kan vergeleken worden met de zintuigelijke methode van dr. Maria Montessori, die veel van haar leermiddelen ontleend heeft aan de Broeders van Gent. Zij had op een tentoonstelling met hun leermiddelen kennis gemaakt. Het systeem echter van Maria Montessori en Broeder Ebergiste was aan het verouderen en moest worden aangepast aan de nieuwe resultaten van de psychologie.

De richting van prof. Decroly ging dan ook meer in de richting van de belangstellingscentra, een op en top natuurlijke methode, waarbij al het leermateriaal aan het leven wordt ontleend. De methode is gespeend van elke abstractie, zodat de kinderen leren, zonder dat ze het weten. Deze methode werd reeds met groot succes gevolgd door de Zusters van de Choorstraat in het Vincentiusgesticht in Udenhout, die de meest moderne opvatting in praktijk brengen. Het spel speelt hierbij een voorname rol.

  ontwikkeling tastzin 1935
(Foto Gelderlander)        Ontwikkeling van de tastzin
Voor het leren lezen wordt de globale methode gebruikt, d.w.z. de kinderen leren niet de letters maar het woord b.v. er wordt een appel op het bord getekend en daaronder het benoemende woord. Ook aldus in het werkschrift.
De leerling leert 't woord schrijven in zijn geheel. De letter op zichzelf is te abstract. Voor de rekenmethode wordt gebruikt de methode van Tricht, waarvan Frater Rombouts zegt, dat het de meest psychologische methode is. Daarnaast is handenarbeid een voorname leervorm. Papier-, karton- en houtbewerking, boetseren en werk met raffia.
En dan: de leermethode is uiterst individueel. Er is geen sprake van massa-onderwijs. Bij ieder kind moeten alle zintuigen één voor één ontwikkeld worden, woord voor woord moet worden aangeleerd, alles met heel veel leermiddelen. Na de voorbereidende klas komt dan in de volgende klassen een lager onderwijs in zeer langzaam tempo en aangepast aan de individuele bekwaamheden van de leerling. Later kan dan nog onderricht volgen op de vak- en ambachtsschool. Het doel is, de kinderen zover levensbekwaam te maken, dat zij later onder goed toezicht werk kunnen vinden."

Wij laten het bij het aanhalen van deze vier bladen. Doel en opzet van Jonkerbosch komt er zeer duidelijk tot uiting. Mede dank zij deze aandacht die de diverse bladen gaven aan het jonge Jonkerbosch, kwam er een nieuwe stimulans voor het bevolken van ons pensionaat.

Metamorphose der zandverstuivingen

Als op 12 december 1935 het hoofdgebouw van binnen voor een gedeelte klaar is gekomen, nemen twee broeders er hun intrek. Nu de bouwwerken hun voltooiing naderen en het materiaal van de aannemer langzamerhand opgeruimd wordt, ligt het voor de hand dat er aan de toekomstige beplanting gedacht wordt. Met medewerking en onder bekwame leiding van de heer W. N. Lindeman, tuinarchitect te Oosterbeek, wordt dat werk uitgevoerd. Opzichter G. v. Veen helpt bij het uitzetten van het tuinplan voor het hoofdgebouw: cirkelvormig gazon met bloemperken en wegen. Een grote moeilijkheid was de bos- en heidegrond vruchtbaar te maken, want het terrein rondom de gebouwen leek meer op een zandverstuiving ergens midden op de Veluwe. Duizenden kilogrammen straat- en koemest worden gekocht en in de uitgeputte grond gebracht. Er wordt tevens turfmolm doorheen gewerkt.
Door tussenkomst van Dr. Veeger, inspecteur van de Volksgezondheid, samen met de heer Lindeman, ontvangt men van de Sierteeltcentrale gratis: 400 scherpe hulst, 250 Taxus baccata, 300 rhododendrons, 925 klimplanten (Hedera helix) en 380 vaste planten met kluit. Deze zending vertegenwoordigt een behoorlijk kapitaaltje. Met achttien spitters wordt het reuzewerk aangepakt. De hele tuin moet twee steken diep omgezet worden. Er worden nog vele bomen gerooid. Bij het plan is het verbreden van de inrijlaan inbegrepen. Ondanks de reeds ontvangen planten moeten nog duizenden boompjes (o.a. douglas, lork, haagbeuk) gekocht worden. Het oorspronkelijke plan om 'n grote vijver met fontein aan te leggen voor het hoofdgebouw moest men laten schieten, gezien de helling van 't terrein. De afgraving en nivellering zouden te hoge kosten meebrengen.

Plechtige Inwijding van de gebouwen door Mgr. A.F. Diepen

Tijdens de werkzaamheden in de voortuin wordt in april het hoofdgebouw opgeleverd door de aannemer. Op de 27e van dezelfde maand nemen de broeders er hun intrek. Er kan nu aan gedacht worden om de gereedgekomen gebouwen te laten inzegenen. Mgr. Diepen verklaart zich gaarne bereid deze plechtige inzegening te verrichten en stelt voor dit te doen op 19 juni, het feest van het H. Hart. Aan de minister van O. K. en W., Slotemaker de Bruïne, wordt gevraagd om Jonkerbosch officieel te openen, maar de minister kan tot zijn spijt niet komen. Op die dag moet hij in Brussel zijn om met de Belgische minister van Onderwijs, Hoste, onderwijszaken te bespreken. Hij wil wel later een gelegenheid waarnemen om Jonkerbosch te bezoeken.
De Organisatie van de inwijding vereist veel werk. De overste, Br. Designatus, heeft het druk met uit te zoeken naar wie de uitnodigingen gestuurd zullen worden. Er zijn heel wat autoriteiten en instellingen mee gemoeid.

Na de voortuin krijgen de andere tuinen een extra goede beurt. De inrijlaan wordt in de maand mei verhard. Een boom die langs de Mollenhutseweg onze ingang verspert moet verwijderd worden. Eerst op 12 juni ontvangt men bericht van de afdeling "Wegenbeplantingen" der gemeente Nijmegen, dat de boom zal worden geveld na betaling van fl. 8,- ten kantore van den gemeenteontvanger". Na overlegging van de kwitantie aan de Plantagemeester zal zo spoedig mogelijk tot verwijdering worden overgegaan. Wat een bureaucratie voor één boom!
Men wil de Koninklijke Harmonie van onze blinden uit Brussel laten komen om het feest luister bij te zetten. Na veel over en weer geschrijf komt alles in orde. Het uitstapje van de vijftig muzikanten, zes broeders en drie chauffeurs wordt beschouwd als een tocht naar het aards paradijs. Het zal gecombineerd worden met een bezoek aan Venray (St. Servatius) en pensionaat Eikenburg te Eindhoven, Harmonie, symfonieorkest en klokkenspel willen hun beste beentje voorzetten en studeren de muziekstukken in. Om zeker te zijn van een goed gestemde piano stuurt Brussel een stemvork!
Bovendien vraagt de aankleding en meubilering binnenshuis enorm veel. Een hoofdgebouw is zo maar niet ingericht. Ondanks het feit dat vele genodigden tot hun spijt niet aanwezig kunnen zijn is het aantal te verwachten bezoekers groot.

hoofdgebouw 1936
Het gereedgekomen hoofdgebouw in feesttooi

Op de langverwachte en goed voorbereide dag van de 19e juni wordt er een plechtige H. Mis opgedragen in aanwezigheid van broeders en jongens (13) tot geestelijk en tijdelijk welzijn van het pensionaat.

Mgr. Diepen afgehaald 1936
Mgr. Diepen wordt aan de poort afgehaald

Goed 11 uur komt Z.D.H. Mgr. A.F. Diepen per auto aan. Het hoofdgebouw is versierd met de Pauselijke, Bisschoppelijke en Nederlandse vlag, terwijl boven de ingang het ereschild met het devies van de Congregatie der Broeders van Liefde "Deus Charitas est" is aangebracht. De harmonie der blinden, de broeders en de jongens leiden de bisschoppelijke auto naar de hoofdingang. Bij het uitstappen biedt een van de jongens Monseigneur bloemen aan. Onze Zeereerwaarde Generale Overste, Vader Philemon, spreekt een woord van welkom. Onder de velen, die bij deze officiële inwijding belangstelling tonen, worden opgemerkt Z. Exc. Mr. S. Baron van Heemstra, commissaris der Koningin in Gelderland, mgr. Hendrickx, vic.- generaal van het bisdom Den Bosch, burgemeester en wethouders der gemeente Nijmegen, Fr. van Welie, rector - magnificus der R.K. Universiteit, de professoren dr. J. Hoogveld, mr. W.J.A.J. Duynstee en dr. F.J.Th. Rutten, J.L. van Mulukom, deken van Nijmegen, de heer van Voorthuysen, inspecteur van het Buitengewoon Onderwijs, rector dr. van Gils, inspecteur van het onderwijs in Roermond, rector Goorts, inspecteur bijzonder onderwijs bisdom Den Bosch, de zeereerw. H. H. Pastoors Couwenberg en Schots van Nijmegen. Verder nog de heren M. J. van Campen, voorzitter van het armbestuur, dr. Bär, directeur van het pædologisch instituut, mr. E. Hekking, lid van de Voogdijraad, de heer Jos Bekkers, architect van het fraaie gebouw, de heer J. Braam, aannemer van het grootse werk, N. W. Lindeman, tuinarchitect en de Algemene Overste van Huize Padua te Boekel bij Helmond. Ook zijn nog aanwezig de Oversten der verschillende Nederlandse stichtingen der Broeders van Liefde, nl. de Eerw. Broeders Hilarianus, Ulphus, Designatus, Palmace, Victor, Aredius, Edentius, de Broeders Adulf, Ebergist, Severianus en de Eerw. Zusters Simplicia en Maria, Oversten van de Paedologische Instituten te Hengstdal.

Mgr. Diepen 1936
(Foto Gelderlander)

Bij de plechtige wijding van de kruisen en de inwijding van de gebouwen wordt Mgr. Diepen geassisteerd door de Zeereerw. Heer Pastoor Schots en Zeereerw. Pater Prior Verschuur O.E.S.A. Van het hoofdgebouw trekt de stoet naar het Mariapaviljoen, de school en tenslotte naar het St. Jozefpaviljoen.
In dit paviljoen vergaderen de genodigden, terwijl de harmonie der blinden op het terras van het paviljoen concerteert.

Bisschoppelijk woord

Mgr. Diepen opent dan officieel het pensionaat. Hij spreekt een woord van hulde en gelukwens aan de Eerw. Broeders van Liefde, die het voorrecht mogen smaken, dat op de feestdag van het H. Hart van Jezus deze gebouwen, bestemd tot heil, zowel geestelijk als lichamelijk, van debiele jongens, werden ingewijd.
Mgr. wijst er op, dat het Bovennatuurlijk Leven van grote intense invloed is op het natuurlijk leven en hieraan wordt door de Broeders bij hun leerlingen bijzondere zorg gewijd. Moge de liefde, de reinheid en de weldadigheid hier de spoorslagen zijn tot het volbrengen van dit Gode welgevallig werk. Dit tweede gebouw, dat thans in Nijmegen is opgericht tot opleiding van geestelijk en lichamelijk zwakkeren, zal ongetwijfeld van groot nut kunnen zijn voor de toekomst van hen, die hier hun opleiding komen ontvangen. Wij kunnen niet genoeg zorg besteden aan de opvoeding van deze jongens om hen later geschikt te doen zijn voor het openbare leven. Mgr. hoopt dat de Broeders onder bijzondere bescherming van het H. Hart van Jezus en onder bijzondere voorspraak van de H. Maagd Maria rijke vruchten zullen mogen oogsten van hun werk. Mgr. dankt de Broeders voor de totstandbrenging van dit instituut, waaraan Mgr. bijzondere betekenis hecht.

toespraak Mgr. Diepen 1936
Mgr. Diepen spreekt een woord van hulde en gelukwens

De Reünie

Om 1 uur zijn allen tegenwoordig bij de lunch in de recreatiezaal van het hoofdgebouw. Br. Nathanaël, provinciale overste, deelt bij de aanvang van de maaltijd mee dat brieven van verhindering en tegelijk van gelukwens zijn binnengekomen van Mgr. prof. dr. Goossens van de Handelshogeschool te Tilburg, van de doctoren Eijkel en Veeger, inspecteurs van de Volksgezondheid, Mgr. Hermus, Mgr. van Oers, de rectoren Broekman en van Riel, het kamerlid mr. Truyen. Hij begroet de vele gasten, die door hun opkomst bewezen hebben sympathie te voelen voor dit werk, in het bijzonder Mgr. A. F. Diepen, die persoonlijk dit instituut is komen inwijden. Spreker huldigt vervolgens de architect Jos. Bekkers en diens opzichter, de heer van Veen, de aannemer, de heer J. Braam, de tuinarchitect, de heer Lindeman, die allen het hunne hebben bijgedragen tot de totstandkoming van dit instituut, dat onder de vele Katholieke instellingen, waarmee Nederland de laatste jaren verrijkt is, een plaats van betekenis zal gaan innemen. Moge dit instituut tevens de wetenschappelijke onderzoekingen, welke de hoogleraren der Katholieke Universiteit ook op dit terrein verrichten, vergemakkelijken.

Mr. Baron S. van Heemstra, Commissaris der Koningin in Gelderland, dankt voor de gastvrije ontvangst hem hier bereid. Hij betuigt ook zijn bijzondere waardering aan Mgr. Diepen voor de grote belangstelling door hem steeds voor dit werk betoond. Tevens wenst spreker de Congregatie van de Broeders van Liefde geluk met de totstandkoming van dit instituut. Het is van grote betekenis voor de R.K. Universiteit, de provincie Gelderland en de gemeente Nijmegen, die deze school op haar gebied gevestigd ziet. Tot slot huldigt de Commissaris de Broeders van deze Congregatie, die hier in Christus' naam de opleiding van geestelijk hulpbehoevende kinderen op zich neemt en hoopt dat het pensionaat onder Gods zegen zal mogen bloeien.

gasten 1936
Mgr. Hendriks, Vr. Generaal Philemon, Mgr. Diepen, Mr. v. Heemstra, burgemeester Steinweg

De burgemeester der gemeente Nijmegen, de heer J.A.H. Steinweg, brengt namens het gemeentebestuur aan de E. E. Broeders dank voor hun uitnodiging, en wenst hen geluk met de inwijding van het pensionaat. Hij onderschrijft de woorden van de Commissaris der Koningin en smeekt ook Gods zegen af over dit instituut tot heil van de wetenschap en van de maatschappij.

Dr. van Voorthuysen, inspecteur van het Buitengewoon Onderwijs, uit vooral zijn vreugde over de aanwezigheid van Mgr. A.F. Diepen, die altijd bijzondere zorg getoond heeft voor het Buitengewoon Onderwijs, dat in het hart van Mgr. Diepen een grote plaats inneemt en waarvoor hij ook daadwerkelijk belangstelling toont. Hij is de Commissaris van de Koningin dankbaar voor diens woorden, maar wijst er tegelijkertijd op, dat het Buitengewoon Onderwijs in de provincie Gelderland nog slechts weinig scholen heeft. Als wij spreken van Buitengewoon Onderwijs, denken wij hier in Nederland ook direkt aan Gent, waar de bakermat ligt van dit onderwijs.
Hij huldigt Vader Philemon, die de stuwkracht is van dit onderwijs en ook steeds in Gent de gulle gastheer is, wanneer tal van Nederlanders daar komen deelnemen aan de cursussen voor Buitengewoon Onderwijs. Gent heeft het systeem gevonden, waardoor debielen in staat gesteld kunnen worden nuttige leden van de samenleving te worden.

De heer G. Christ uit Udenhout, voorzitter van de Katholieke Bond voor Buitengewoon Lager Onderwijs, dankt de Broeders van Liefde voor de van hen steeds ondervonden medewerking bij de verheffing van het onderwijspeil op dit gebied. Spreker brengt bijzondere hulde aan Vader Assistent Theodose, die in weerwil van zijn vele inspectiezorgen voor de scholen der Broeders in Europa, Amerika en Afrika toch nog tijd weet te vinden als ondervoorzitter van bovengenoemde bond de onderwijsbelangen op bijzondere wijze te dienen. Hij waardeert in de Broeders dat zij hun leuze "Deus Charitas est" altijd ten volle in praktijk weten te brengen.

De heer G. Busser, wethouder van Sociale Zaken in de gemeente Nijmegen, vergelijkt dit onderwijs met sociale geneeskunde en brengt lof voor alles wat op dit terrein reeds is tot stand gebracht.

De dank der Broeders

De Hoogeerwaarde Vader Generaal Philemon spreekt een algemeen dankwoord voor de goede wensen aan zijn Congregatie, welke door de Belgische socialisten wel eens wordt genoemd "de Vijfde Internationale" en tegelijkertijd wordt gesteld als voorbeeld van zuivere sociale weldadigheidsactie. De Congregatie telt over de hele wereld tal van huizen, welke met elkander als het ware concurreren, maar dan in dien zin om elkander voor te lichten en hulp te verlenen ter vervolmaking van het Buitengewoon Onderwijs. Hij beschouwt het pensionaat Jonkerbosch als de beste modelinrichting van de Congregatie. Hij dankt allen, die blijk van hun belangstelling en sympathie hebben gegeven en hoopt dat allen een gebedje voor de stichting zullen storten.

De heer C. van Westreenen, wethouder van Onderwijs, zegt zoveel mogelijk medewerking toe van de gemeente Nijmegen voor dit hoogstaande werk.

Tenslotte besluit Z.H. Exc. Mgr. A.F. Diepen de samenkomst met gebed en dank aan de Broeders voor alles wat zij in het belang van het kind hebben gedaan.

De maaltijd werd op artistieke wijze opgeluisterd door het strijkorkest en het klokkenspel van de blinden. Het symphonie-orkest voerde uit:

1. a. Aria Bach
    b. Allegro uit "Eine kleine Nachtmusik"
        voor strijkkwintet Mozart
2. Menuet, uit de 6e symphonie Haydn
3. Hongaarsche dansen Brahms
4. Variatie's voor Cello Boëllman
5. Allegro uit de 6e symphonie Haydn

Het klokkenspel bracht:

1. Variatie's op: "Het looze Visschertje" V. v. Anderlecht
2. Goud en Zilver, Wals Lehar
3. Kloosterklokken Lefébure - Wély
4. Rubensmarche Benoit

Het verzorgde spel maakte een uitmuntende indruk op alle aanwezigen. Het legde getuigenis af van het bijzonder muzikaal onderricht dat de leerlingen in Brussel genieten.
Na de lunch wordt door velen nog van de gelegenheid gebruik gemaakt om Jonkerbosch te bezichtigen.
De belangstelling, die broeders en jongens ondervonden hebben tijdens de inzegening is een stimulans om met nog meer kracht voort te zetten wat reeds meer dan een jaar geleden begonnen was.

inhoud volgende deel Schakel, jaargang 8 (1958), nummer 2, pp. 8-18

StatCounter