Jonkerbosch ––––––––––––––––
Groei en Bloei (16)
Br. Vertunianus
De Heropbouw van Jonkerbosch: 1946-1947 (vervolg)
Schoolreis 1947
Voor het eerst na de oorlog komen de plannen weer ter tafel voor het maken van een schoolreis. Het is nu zo ver dat er weer bussen te krijgen zijn, de na-oorlogse opleggers zijn nog in bedrijf. In het archief bevindt zich een film over het jaar 1947, waarin we achtereenvolgens opnamen zien van het British Cemetery Jonkerbosch (met graven van o.a. Pte Martin, Unknown, 'n onbekende soldaat, Collins, 'n jood en Van der Zwaan [J.L. van der Zwan], 'n Nederlander), de voertafel bij de school, "Buikie" een zeer bekende kat, de opbouw van Jonkerbosch met aanleg van zandbakken en speelveld en verder is de film gereserveerd voor de schoolreis.
Even uitstappen |
Rustpoze bij restaurant "de Woeste Hoeve" | |
Het eeuwenoude jachtslot | |
Koperen jubileum van Jonkerbosch
In augustus zal het koperen feest van Jonkerbosch gevierd worden. Het valt op 11 augustus, maar wegens de vakantie wordt het feest vervroegd gevierd op 8 juni.
Bij deze gelegenheid houdt men een geslaagde eerste reünie van de oud-leerlingen. De Postharmonie is zo vriendelijk het feest op te luisteren en ze verzorgt een concert op het terras van de school. Br. Paxentius heeft met z'n toneelclub de operette "Goudmuiltje" ingestudeerd. Ze wordt zeer geslaagd opgevoerd in de inmiddels geheel klaar gekomen toneelzaal. De toneelverlichting, gebouwd door Br. Castulus, levert z'n bijdrage tot het succes van de uitvoering. Het stuk is verschillende zondagen op rij gespeeld voor een groot aantal genodigden, o.a. ook voor de ouders van de leerlingen.
De spelers van de operette "Goudmuiltje" |
Frans bezoek
Ongeveer de hele augustusvakantie krijgen we bezoek van de "Petits Chanteurs de St. Crépin" uit Château-Tierry. De groep zangertjes staat onder leiding van Abbé Teubner, Nijmegenaar van geboorte. Château-Tierry ligt aan de Marne, ten z.o. van Soissons, 'n stadje van ongeveer 9000 inwoners. De groep bestaat uit ongeveer 100 jongens en leiders, deze laatsten merendeels seminaristen. Ze slapen op de zalen van onze jongens.
Van een rustig vakantie-genot voor de achtergebleven bewoners van Jonkerbosch is daardoor weinig sprake, het keukenpersoneel heeft evenveel – zo niet meer – werk als in de dagen, dat onze jongens het internaat bevolken.
De Franse jongens echter vinden hun vakantie hier uitstekend en genieten van Nijmegen en omgeving. Het grote, ingezaaide veld mogen ze 's morgens en 's avonds even gebruiken voor hun reveil en appèl.
Abbé Teubner te midden van zijn zangertjes in Château-Tierry |
Spoorlijn en Kerkhof verdwijnen
De spoorlijn, die in de winter van 1944-1945 over ons gebied was aangelegd, wordt nu opgebroken. Deze lijn was, zoals toen al verteld is, een afbuiging van de lijn Den Bosch - Nijmegen naar Duitsland, om het station Nijmegen te vermijden, dat bij een eventuele bomaanval niet te gebruiken zou zijn.
Hoewel dubbel spoor bedoeld (het benodigde materiaal daarvoor lag al langs de lijn klaar) was het toen nog maar tot enkel spoor gekomen. Vermoedelijk door de onverwachte doorstoot naar Duitsland is het er niet meer van gekomen. Bij de afbraak blijven we met een zanderige doorgang in onze boomgaard zitten. Deze wordt weer volgeplant. Bij onze buren zullen we nog jarenlang de doorbraak kunnen zien.
Op 10 oktober 1946 bracht Koningin Wilhelmina een bezoek aan het Engels kerkhof op ons terrein. Ze legde een krans op de graven van de gesneuvelden. Het bezoek mocht in het geheel niet bekend zijn: daags tevoren was iemand van de Rijkspolitie dit komen zeggen. De jongens werden daarom die dag naar de kermis in Nijmegen gestuurd. Het was streng verboden foto's te nemen.
Enkele weken later ontvingen we van het ministerie van Oorlog een schrijven met de volgende inhoud:
Het verleggen van het kerkhof bevrijdt ons van het soms drukke bezoek aan de graven, van het geloop in school en paviljoen om water te halen voor de bloemen op de geadopteerde graven. Alles goed bedoeld, maar erg "vrij", men had altijd een "smoesje" om op ons terrein te komen. Het door Jonkerbosch aangenomen graf van soldaat Minchin wordt ook op het nieuwe kerkhof regelmatig verzorgd.
Onze nieuwe stichting "De Westerhelling"
Reeds meerdere malen was er over gesproken wat men kon doen voor de jongens, die de b.l.o.-school doorlopen hadden. Al langer hoe meer blijkt het terugsturen in de maatschappij een fiasco te worden. Een nazorg na de b.l.o.-school is hard nodig. Men spreekt reeds van een soort vakopleiding in de eenvoudigste vorm. Verschillende jongens waren voor dit nazorgdoel al naar Tilburg verhuisd in het jaar 1946, waar het klooster van de Broeders van Liefde voldoende plaats bood om een tiental jongens op te nemen. Tevens was dit al een verlichting van 't druk bezette Jonkerbosch.
Villa "De Westerhelling" |
Op 22 december 1947 wordt de bouwvergunning voor de slaapzaal toegewezen. Het architectenbureau Theunissen-Kraaihoek, Den Haag, maakte de tekeningen, aannemer Theunissen (broer van de architect) zal ze bouwen. In februari 1948 volgt dan de overplaatsing van de leerhngen uit Tilburg naar de Westerhelling. Op 19 februari stelt de Provinciale overste, Br, Vivinus, het bestuur aan: Br. Chrysanthus, overste, Br. Imon, onderoverste en Br. Leoninus, econoom.
Enkele serres op Westerhelling |
Een bizonderheid is nog dat tijdens de oorlog "De Westerhelling" gebruikt werd als kindertehuis voor N.S.B.-kinderen.
De juiste doelstelling van "De Westerhelling" is nooit scherp omschreven: moet het dependance blijven van Jonkerbosch of zelfstandig zijn, al of niet voor nazorg-patiënten? Zelfs na een vergadering met Br. Koenraad, assistent Van onze Generale Overste te Gent en speciaal vandaar overgekomen, komt men er nog niet uit.
Uitbreiding van de school?
Na besprekingen met de inspecteur van het buitengewoon lager Onderwijs, de Heer Broeren, krijgt men bij de gemeente klaar dat de door onze Congregatie gebouwde school door de gemeente per annuïteit wordt terugbetaald.
Maar... Jonkerbosch zit overvol, 24 broeders en 133 jongens, met
talloze aanvragen, die wegens plaatsgebrek niet aangenomen kunnen worden. Er wordt dus ernstig uitgezien naar uitbreiding van de bestaande 6-klassige school, die eigenlijk maar plaats biedt voor 108 leerlingen. De plannen voor de uitbreiding van de school door architect van Dongen uit Apeldoorn liggen klaar. De inspectie wil graag meewerken en de gemeente Nijmegen neemt ook de uitbreiding voor haar rekening. Het is nog slechts wachten op de bouwvergunning en in 1948 kan dan de school met een verdieping verrijkt zijn. Een 40-tal nieuwe jongens zullen hiermee gebaat zijn, maar... eind 1947 komt de verordening van het departement, dat alleen "niet-permanente schoolbouw" mogelijk is!
Het wordt dus wachten (onze bedoelingen zijn duidelijk "permanent') en dat zal duren tot 1951!!
Schakel, jaargang 13 (1963), nummer 2, pp. 5-13