Gemeentewet
Artikel 95 1. De leden van de raad die geen lid zijn van het college van burgemeester en wethouders ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten. Deze vergoeding en tegemoetkoming worden door de raad bij verordening vastgesteld naar bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels. 2. Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde leden van de raad kan de raad voorts bij verordening regels stellen betreffende tegemoetkoming in of vergoeding van bijzondere kosten en betreffende andere financiële voorzieningen die verband houden met de vervulling van het lidmaatschap van de raad. De in de vorige volzin bedoelde verordening wordt vastgesteld overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels. [..] Artikel 97 Artikel 98 Artikel 99 | ||
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen Fax: (024) 323 59 92 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
19-02-1998 | bd11/HM | 2 maart 1998 | |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp artt. 97-99 Gemeentewet | |||
Hartelijk dank voor uw reactie d.d. 19 februari 1998 (verzonden: 25 februari 1998) op o.a. mijn faxbericht van 30 oktober 1997 inzake emolumenten raadsleden. Jammer dat ik mij daarvoor op 3 februari 1998 blijkbaar eerst tot Gedeputeerde Staten moest wenden, waarna ik op of omstreeks 10 februari 1998 - na telefonisch overleg met de gemeente - van de provincie de toezegging kreeg dat ik alsnog een reactie van u zou ontvangen. Ondanks alle details schiet het volgende antwoord mijns inziens toch tekort: 3. brief van 30 oktober 1997, onderwerp "emolumenten raadsleden": wat betreft het busabonnement/parkeerpas: deze voorzieningen zijn reeds in een ver verleden door het toenmalige college van burgemeester en wethouders ter beschikking gesteld aan de raadsleden. Momenteel maken zes raadsleden (geen collegeleden zijnde) gebruik van het busabonnement, dat de gemeente f 970,-- per abonnement per jaar kost. Een aantal van 21 raadsleden (geen collegeleden) heeft gekozen voor een een parkeerontheffing, die f 600,-- per jaar kost. Wat betreft de reis naar Masaya: om de kosten te bestrijden van raadsleden (geen collegeleden) die aan de reis deelnamen heeft ons college een totaalbedrag van f 25.000,-- ter beschikking gesteld. Uit dit bedrag zijn middelen verstrekt aan de fracties naar rato van hun grootte, althans indien uit die fracties leden aan de reis deelnamen. Wat betreft de reis naar Pskov: ons college heeft voor één raadslid (geen collegelid) van elke fractie een bedrag ter beschikking gesteld ter bestrijding van de reis- en verblijfkosten. Dit bedrag bedroeg ongeveer f 2000,--. Wat betreft de Dales-gelden: het hiervoor beschikbare bedrag van in totaal f 90.000,-- is, omgeslagen over 33 raadsleden geen collegeleden zijnde, het laatst in 1997, uitbetaald aan die raadsleden. over de vraag in hoeverre bij het voorgaande sprake is van "voordelen ten laste van de gemeente anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkoming" als bedoeld in artikel 99, tweede lid van de Gemeentewet, willen wij hier geen definitief standpunt innemen, evenmin als over de mogelijke consequenties daarvan. Dat van dergelijke voordelen sprake is lijkt wel aannemelijk.
Vergoeding van reis- en verblijfkosten zonder bij verordening vastgestelde regels en voordelen ten laste van de gemeente die niet gebaseerd zijn op een door Gedeputeerde Staten goedgekeurde verordening, zijn in strijd met de wet. Aan deze praktijk dient zo spoedig mogelijk een einde gemaakt te worden. De installatie van een nieuwe gemeenteraad op 14 april a.s. is een goede gelegenheid om in ieder geval de verstrekking van busabonnementen en parkeerpassen te staken dan wel per verordening te regelen. Gezien het feit dat de geldelijke voorzieningen voor raadsleden al zijn vastgesteld op 100% van de door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken vastgestelde maximumbedragen, zal ik Gedeputeerde Staten in het laatste geval echter adviseren om hun goedkeuring aan zo'n verordening te onthouden. Uw eventuele raadsvoorstellen waarin een en ander overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 97 en 99 van de Gemeentewet wordt geregeld, zie ik met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
cc: GS | |||
Rob Essers | ||||||||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | ||||||||||
De Raad van de gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP NIJMEGEN | ||||||||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | |||||||
24 september 1998 | ||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | |||||||
Onderwerp artikel 99 Gemeentewet | ||||||||||
Naar aanleiding van mijn kritiek op de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 97 en 99 van de Gemeentewet deelde het college mij op 18 mei 1998 (kenmerk bd11/HM) mee dat er een herziening van de Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden in voorbereiding was. Vooruitlopend op de behandeling door het college is het concept- raadsvoorstel 'rechtspositie raadsleden' met de vast te stellen verordening op 25 juni 1998 besproken in commissie Algemene Zaken.
Gelet op bovenstaande zijn de parkeerfaciliteiten die de leden van de raad sinds jaar en dag genieten, mijns inziens al vanaf 1 januari 1975 in strijd met de wet. Het is de vraag of niet hetzelfde geldt voor artikel 8 van bovengenoemde concept-verordening:
In het concept-raadsvoorstel wordt duidelijk wat hiermee beoogd wordt: "[..] Wij stellen voor aan het college over te laten dit artikel uit te voeren. Wij denken aan een ontheffing/vergunning voor de parkeergarages stadscentrum geldend voor werkdagen." In Administratiefrechtelijk Beslissingen 1984, nr. 278, staat bij een uitspraak van de Kroon (KB van 22 februari 1984, nr. 27) waarin het beroep van de raad van de gemeente Laren ongegrond wordt verklaard de volgende samenvatting:
Bovenstaande geldt onverminderd voor het huidige artikel 99. De raad van de gemeente Nijmegen zal moeten kunnen aantonen dat er in de praktijk sprake is van een bijzonder geval waarin behoefte bestaat aan een ontheffing/vergunning voor de parkeergarages stadscentrum en het bovendien in het belang van de gemeente is om die voor haar rekening te nemen. Het concept-raadsvoorstel schiet op dit punt tekort. Op geen enkele wijze wordt aannemelijk gemaakt waarom de 100% van door het ministerie van Binnenlandse Zaken vastgestelde maximum bedragen voor de vergoeding voor de werkzaamheden en de tegemoetkoming in de kosten voor leden van de raad niet toereikend zijn om het parkeren te bekostigen.
Het mag duidelijk zijn dat ik van mening ben dat uw parkeerfaciliteiten alsnog zo spoedig mogelijk in overeenstemming gebracht dienen te worden met de Gemeentewet. Gelet op bovenstaande gaat artikel 8 van het concept-raadsvoorstel mij echter veel te ver. Met vriendelijke groet en hoogachting, | ||||||||||
Kritiek op vrij parkeren voor Nijmeegse raad
Volgens stadscriticus R. Essers is het verlenen van parkeerfaciliteiten aan raadsleden al sinds 1975 in strijd met de wet. Hij meldt dat in een brief aan de gemeenteraad. Volgens fractievoorzitter T. Hirdes van GroenLinks, een partij die zich sterk maakt voor de terugdringen van de automobiliteit, konden raadsleden in het verleden kiezen tussen een parkeerkaart en een buskaart. Nu het busbedrijf is geprivatiseerd, is die keuze verdwenen. Hirdes meent dat het niet zo onterecht is dat de raadsleden een tegemoetkoming krijgen voor hun reiskosten. "Een normale werknemer krijgt een vergoeding voor woon-werkverkeer. Raadsleden krijgen dat niet." In Nijmegen hebben naast het ene raadslid van GroenLinks nog achttien andere raadsleden een parkeerkaart. De Groenen heeft er geen, de AOV/Unie55+ een, het CDA vier, D66 één, de VVD drie, de PvdA vijf en de SP vier. |
BESLUITENLIJST
van de vergadering van de Raad van de gemeente Nijmegen op woensdag 18 november 1998
| ||||||||||||||||||||
7. b Vallende onder de competentie van de Raad. Deze zullen in de eerstvolgende vergadering van de daarbij vermelde commissie van advies aan de orde worden gesteld en wel zoveel mogelijk aan het begin van de commissievergadering en met vooraf bericht aan de betrokken briefschrijvers. 7. B1 Brief van R. Essers d.d. 24 september 1998 II 2266-2267 aangaande het ontwerp-raadsvoorstel inzake wijziging van de verordening geldelijke voorzieningen raadsleden. ADVIES Behandelen in Commissie Algemene Zaken. Raadsbesluit d.d. 18 november 1998 Conform besloten. | ||||||||||||||||||||
Commissievergadering AZ d.d. 3 december 19985. Rechtspositie raadsleden Inspreker de heer R. Essers. Zijn opmerkingen zijn: o Waarom is art. 8 niet meer in de verordening opgenomen; o De verordening treedt 1-1-1999 in werking, welke gevolgen heeft dat voor het lopende jaar; o In art. 2 wordt een 100% vergoeding verleend, voorstel om dat 2% minder te laten worden. De SP is het eens een 80% vergoeding op te nemen in art. 2. Groen Links verzoekt nogmaals uitleg over de nabestaandenwet aanpassing in relatie tot de verordening. Groen Links verzoekt een stimulering van het Openbaar Vervoer in de verordening. De Groenen verzoeken een nadere toelichting op de bijlage. Het CDA verzoekt in art. 7 de wachtgeldverordening toe te voegen. Indien er nadere regels ex art. 8 worden gesteld. Kunnen deze regels dan in de commissie AZ worden besproken. De burgemeester gaat met dit laatste akkoord. De burgemeester neemt alle opmerkingen mee in het verslag naar het college. Als de raad nog wijzigingen wil dan moet dat via amendementen gebeuren. De burgemeester merkt nog op dat de kosten voor de parkeerfaciliteiten als kosten van de gemeente worden gezien. Deze kosten zijn nodig om de raadsleden te laten functioneren. De mogelijkheid van een OV-jaarkaart, zoals geopperd door Groen Links en de Groenen kan in de raadsdiscussie aan de orde komen.
|
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
De voorzitter van de commissie Algemene Zaken de heer mr. E.M. d'Hondt Fax: (024) 329 22 92 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
4 december 1998 | |||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp artikel 99 Gemeentewet | |||
Helaas kreeg ik tijdens de commissievergadering op 3 december 1998 bij agendapunt 5. Rechts- positie raadsleden niet de gelegenheid om in tweede instantie het woord te voeren (zie ook: tweede volzin van artikel 7, vierde lid, van de Verordening raadscommissies 1998). Hierdoor was ik niet in de gelegenheid om u er op te wijzen, dat ik van of namens de Raad een duidelijk antwoord verwacht op mijn brief d.d. 24 september 1998 over artikel 99 Gemeentewet. Het betreft hier volgens Raadsbesluit 7. B1 d.d. 18 november 1998 een brief die onder de competentie van de Raad valt. De commissie had mijns inziens het college hierover - al dan niet ter voorbereiding van de besluitvorming in de Raad - dienen te adviseren. Omdat in het (concept-)raadsvoorstel - in tegen stelling tot de vorige versie - op geen enkele wijze is aangegeven waarom de parkeerfaciliteiten niet meer als secundaire voorzieningen beschouwd worden, hecht ik zeer aan een schriftelijke reactie op bovengenoemde brief waarin mij met redenen omkleed wordt meegedeeld dat mijn visie door de Raad niet gedeeld wordt en er ook geen stappen ondernomen zullen worden om de parkeerfaciliteiten conform artikel 99, tweede lid, van de Gemeentewet te regelen. Wellicht kan dan tevens mijn vraag beantwoord worden of artikel 99, tweede lid, wel/niet van toepassing is op de andere secundaire voorzieningen die wel in het (concept-)raadsvoorstel worden genoemd. Ik zie het antwoord met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
MIJN MENING
"Wie een invalidenparkeerplaats in Nijmegen aanvraagt moet daarvoor vanaf volgend jaar 120 gulden gaan betalen. Tot nu toe kostte dat niets." Zo was onlangs in De Gelderlander te lezen. Met de 'gratis' parkeerkaart voor raadsleden ter waarde van 600 gulden per jaar heeft dit natuurlijk niets te maken. Toch is deze vergelijking van appels en peren bij uitstek geschikt om de aandacht te vestigen op het feit dat er nog altijd met verschillende maten gemeten wordt! Tijdens de vergadering van de commissie Algemene Zaken op 3 december 1998 liet de burgemeester blijken dat de parkeerfaciliteiten voor raadsleden niet conform artikel 99 van de Gemeentewet geregeld worden. In het verslag van de vergadering is het als volgt samengevat: "De burgemeester merkt nog op dat de kosten voor de parkeerfaciliteiten als kosten van de gemeente worden gezien. Deze kosten zijn nodig om de raadsleden te laten functioneren." Geldt dit niet voor alle ambtenaren? Of deze opmerkelijke interpretatie van artikel 99 van de Gemeentewet door Gedeputeerde Staten gedeeld wordt, is zeer de vraag!
Rob Essers,
Nijmegen Verschenen in De Gelderlander, woensdag 30 december 1998 |
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
De voorzitter van de Raad van de gemeente Nijmegen de heer mr. E.M. d'Hondt Fax: (024) 329 22 92 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
7 januari 1999 | |||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp raadsvergadering d.d. 27 januari 1999 | |||
Op mijn faxbericht van 4 december 1998 inzake artikel 99 Gemeentewet (zie bijlage) heb ik nog geen enkele reactie ontvangen. Inmiddels heeft het college wel besloten om het voorstel rechtspositie raadsleden - met de nieuwe Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden - op de agenda voor de raad van 27 januari 1999 te plaatsen (Besluit B&W d.d. 5 januari 1999; nummer 2.17). Uit de openbare besluitenlijst van de collegevergadering kan ik niet opmaken of de raad zich met dit voorstel ook expliciet uitspreekt over de inhoud van mijn brief van 24 september 1998. Ik ben zeer benieuwd of de raad met u van mening is dat de kosten voor de parkeerfaciliteiten als kosten van de gemeente moeten worden gezien en dus - ondanks het bepaalde in artikel 99 Gemeentewet - niet in de Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden geregeld behoeven te worden. Als briefschrijver verwacht ik op 27 januari 1999 een duidelijke stellingname van de raad hierover. Bij het ontbreken van een beslispunt en/of (concept-)antwoord op mijn brief zal ik mij genoodzaakt zien gebruik te maken van de mogelijkheden die de Klachtenverordening mij biedt om mijn ongenoegen te uiten. Hopelijk hoeft het zover niet te komen. Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
Bijlage(n): 1. | |||
Rob Essers | |||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||
De voorzitter van de Raad van de gemeente Nijmegen de heer mr. E.M. d'Hondt Fax: (024) 329 22 92 | |||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum |
23 januari 1999 | |||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp raadsvergadering d.d. 27 januari 1999 | |||
Voor de goede orde wil ik u er op wijzen dat ik nog geen enkele reactie heb ontvangen op mijn faxberichten van 4 december 1998 en 7 januari 1999 (zie bijlagen). Bovendien ontbreekt in de Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden (Raadsvoorstel 2/1999) een bepaling inzake de parkeerfaciliteiten voor raadsleden. Ook mijn brief van 24 september 1998 inzake artikel 99 Gemeentewet is niet beantwoord (zie bijlage). Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||
Bijlage(n): 3. [ 1 | 2 | 3 ] | |||
Fractie Nijmegen Korte Nieuwstraat 6, kamer 23 6511 PP Nijmegen ![]() |
![]() ![]() DE GROENEN |
Tel. 024-329 24 84 Fax. 024-329 91 40 Postgiro 58 56 137 ![]() | |
![]() |
![]() | ||
Raadsvergadering 27 januari 1999 Betreft: agendapunt 12 Raadsvoorstel Rechtspositie raadsleden P&P (PARK AND PAY) OOK VOOR LEDEN VAN DE RAAD De Raad van de gemeente Nijmegen in vergadering bijeen op 27 januari 1999, overwegende dat de parkeerfaciliteiten voor raadsleden niet conform artikel 99, tweede lid van de Gemeentewet geregeld zijn: draagt het college op: 1. De Raad een voorstel tot wijziging van de Verordening Geldelijke Voorzieningen voor te leggen ten einde aan genoemd artikel 99 van de gemeentewet te voldoen, of 2. De "gratis" parkeerkaart voor raadsleden in te trekken. Toelichting: Artikel 99 van de Gemeentewet luidt: 1. Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend, ontvangen de leden van de raad, van een commissie en van het dagelijks bestuur van een commissie als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de gemeente. 2. Voordelen ten laste van de gemeente, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkoming, genieten zij slechts voor zover de raad dit bij verordening bepaalt. De verordening behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. Raadsleden beschikken u over een gratis parkeerkaart die, hoewel vallende onder punt 2 van artikel 99 van de Gemeentewet, niet bij verordening is geregeld en dus ook niet ter goedkeuring aan GS voorgelegd kan worden. De Groenen GroenLinks w.g. G.C.M. van Zijll de Jong w.g. M. Welschen - Lodenstein CDA SP PvdA D66 AOV/Unie 55+ VVD | |||
Rob Essers | |||||
Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen (024) 355 81 71 rob@gaypnt.demon.nl | |||||
De Raad van de gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP NIJMEGEN | |||||
Uw brief van | Uw kenmerk | Ons kenmerk | Datum | ||
15 februari 1999 | |||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | ||
Onderwerp klacht over niet reageren | |||||
In mijn brief van 24 september 1998 heb ik - in verband met de herziening van de Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden - uw aandacht gevraagd voor artikel 99 van de Gemeentewet. De ontvangst van mijn brief is op 25 september 1998 bevestigd (kenmerk BD12/98.15249). De Raad heeft op 18 november 1998 besloten om mijn brief te behandelen in de Commissie Algemene Zaken. Op de agenda voor de commissievergadering van 3 december 1998 staat bij agendapunt 5:
In het Raadsvoorstel 'rechtspositie raadsleden' voor de Raad d.d. 16/17 december 1998 blijkt het oorspronkelijke artikel 8 ("Het college van burgemeester en wethouders kan aan de leden van de raad parkeerfaciliteiten verlenen met het oog op hun werkzaamheden als zodanig.") geschrapt te zijn. Tijdens de vergadering op 3 december 1998 is de commissie niet om advies gevraagd over de beantwoording van mijn brief. In het verslag van de commissievergadering is de discussie over de parkeerfaciliteiten teruggebracht tot de volgende twee zinnen:
Omdat ik mij niet kan vinden in deze stellingname - die volgens mij in strijd is met artikel 99 van de Gemeentewet - heb ik mij op 4 december 1998 om 00:50 uur per fax tot de voorzitter van de Commissie Algemene Zaken gewend. Een afschrift van het faxbericht is per e-mail (ook) aan gemeente@nijmegen.nl gestuurd. klacht
Met vriendelijke groet en hoogachting, | |||||
Bijlage(n): 5 pag. [ 1 | 2 | 3 | 4 ] | |||||
BESLUITENLIJST
van de vergadering van de Raad van de gemeente Nijmegen op woensdag 17 maart 1999
| ||||||||||||||||||||
6. A Met voorstel tot afdoening zoals daarbij telkens is aangegeven. [..] 6. A4 Brief van R.C. Essers d.d. 15 februari 1999 II 2197-2200 betreffende klacht over niet reageren. ADVIES De brief door het College van B&W te laten afhandelen via bijgevoegde concept-brief. Raadsbesluit d.d. 17 maart 1999 Conform besloten. GroenLinks(7), SLN(2) zijn tegen de wijze van afdoening. | ||||||||||||||||||||
Directie Bestuur & Organisatie Bedrijfsvoering Centrale Juridische Zaken |
![]() | ||
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 24 51 Telefax (024) 329 23 78 | |||
Rob Essers Niek Engelschmanlaan 129 6532 CR Nijmegen |
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen | ||
VERZONDEN 06 APR. 1999 | |||
Datum | Datum uw brief | Ons kenmerk | Doorkiesnummer |
06-04-1999 | 15-02-1999 | C370/HM | 3292455 |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp | Aantal bijlagen | ||
klacht/raadsvergoedingen | |||
Geachte heer Essers, Uw bovengenoemde brief is behandeld in de raadsvergadering van 17 maart jl. Naar aanleiding van die behandeling delen wij u het volgende mee, met instemming van de raad. U heeft voldoende de gelegenheid gehad om uw ideeën over de Vergoeding geldelijke voorzieningen raadsleden onder de aandacht van de raadsleden te brengen. Uw brief van 24 september 1998 is aan de raadsleden ter kennis gebracht Tijdens de vergadering van de Commissie Algemene Zaken op 3 december 1998 heeft u mondeling als inspreken uw opmerkingen naar voren gebracht De raad heeft bij de behandeling van het raadsvoorstel in de raadsvergadering van 27 januari 1999 uw visie bij zijn meningsvorming kunnen betrekken. De mate waarin uw inbreng gewicht heeft gekregen bij de besluitvorming is geen onderwerp voor een klachtbehandeling. De raad zal uw brief van 15 februari 1999 dan ook niet doen als klacht behandelen, maar heeft deze voor kennisgeving aangenomen. Voor het geval u niet tevreden bent met het raadsbesluit kunt u gebruik maken van de aanvullende voorziening waarbij u uw klacht kunt voorleggen aan de Nationale Ombudsman, postbus 29729, 2502 LS Den Haag. Naar aanleiding van uw brief van 31 maart jl.: de afhandelingsprocedure van uw brief na de raadsvergadering heeft door interne oorzaken enige vertraging opgelopen en heeft daardoor wat langer geduurd dan gebruikelijk is. Volgens onze informatie hebben de bijlagen bij uw brief wel ter inzage gelegen. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, w.g. J.J.M. Thielen (loco) w.g. W. Smids | |||
MIJN MENING
Oog voor detail kan het gemeentebestuur niet ontzegd worden. In een memorandum over 'bestuurlijke vernieuwing' stelt burgemeester D'Hondt de commissie Algemene Zaken onder meer voor om de commissieleden zelf hun declaraties te laten verzorgen. "De uitbetaling van parkeergelden wordt hier dan aan gekoppeld." Dit voorstel kan alleen maar betrekking hebben op niet-raadsleden. Raadsleden ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden van f 29.638,- plus f 4.893,- als een tegemoetkoming in de kosten. Daarnaast kunnen raadsleden beschikken over een 'gratis' parkeervergunning van f 600,- per jaar teneinde het - volgens het college van burgemeester en wethouders - mogelijk te maken hun werkzaamheden op adequate wijze te verrichten. Commissieleden die geen raadslid zijn, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding (presentiegeld). Het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde maximum bedrag voor deze vergoeding is f 187,- per vergadering. In Nijmegen ontvangen raadsleden en niet-raadsleden steeds 100% van de door de minister vastgestelde maximum bedragen. Nu wil het geval dat commissies wel eens vergaderen op tijdstippen dat er in de stadhuisgarage betaald moet worden. Volgens de Verordening Parkeerbelastingen 1998 is het tarief in dat geval f 2,50 per uur (of f 7,50 per dag). Als het even tegenzit kost zo'n vergadering het commissielid in dus maximaal f 7,50. En dat is natuurlijk teveel gevraagd als je 'maar' f 187,- ontvangt. Stel je voor dat commissieleden zelf zouden moeten betalen voor het parkeren van hun auto. Dat zou ook onmiddellijk de vraag oproepen waarom raadsleden hun auto wel op kosten van de gemeenschap mogen parkeren. 'Gelijke monniken, gelijke kappen', zolang het maar niet om de Nijmeegse burgers gaat. In het memorandum aan de commissie Algemene Zaken staat dan ook niets over gratis parkeren voor burgers die de vergaderingen bezoeken, zelfs niet als zij in een commissievergadering hun standpunt komen toelichten. Ik vrees dat - in het kader van de 'bestuurlijke vernieuwing' - van commissies die het college van burgemeester en wethouders van advies dienen bij de voorbereiding van de besluitvorming raad, geen initiatieven verwacht mogen worden die in het 'eigen' vlees snijden. Bezuinigen doe je op alles en iedereen, behalve op jezelf!
Rob Essers,
Nijmegen Verschenen in De Gelderlander, maandag 1 november 1999 |
Edited by RE | vervolg >> |