Geldelijke voorzieningen raadsleden III![]() ![]() ![]()
|
![]() |
![]()
| |||
R.C. Essers Niek Engelsmanlaan 129 6532 CR NIJMEGEN |
||||
Onderwerp Artikel 99 Gemeentewet | ||||
Geachte heer Essers, | ||||
Naar aanleiding van uw brief over de verstrekking van gratis parkeerkaarten aan raadsleden zend ik u hierbij afschrift van mijn brief aan de gemeenteraad van Nijmegen.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
|
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]()
| |||
De raad van de gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN |
||||
Onderwerp Parkeerkaarten raadsleden | ||||
Geacht gemeentebestuur, | ||||
Naar aanleiding van een brief van de heer Essers over de verstrekking van gratis parkeerkaarten aan raadsleden heb ik het college van burgemeester en wethouders van uw gemeente bij brief van 29 oktober 1999 verzocht te reageren. Bij brief van 7 februari 2000 deelt het college mee van mening te zijn dat een parkeerkaart een noodzakelijke voorziening is om het werk als raadslid op adequate wijze te kunnen verrichten en niet voornemens te zijn deze voorziening bij verordening te regelen.
In de vraag of een voorziening als een parkeerkaart voor raadsleden in uw gemeente noodzakelijk is, wil ik niet treden. Deze vraag is ook niet van belang. Indien er sprake is van een - op geld waardeerbaar - voordeel in de zin van artikel 99, tweede lid, van de Gemeentewet dient de voorziening te worden geregeld bij gemeentelijke verordening. De tekst van het genoemd artikel is hierin volstrekt helder. De vergelijking in eerdere correspondentie van uw college met het provinciebestuur over dit onderwerp met het ter beschikking stellen van fractiekamers, verwarming en verlichting gaat niet op, aangezien het in het onderhavige geval - naar ik heb begrepen - om een openbare parkeergarage gaat, die door een ieder tegen betaling kan worden gebruikt. Er is ontegenzeglijk sprake van een voordeel ten laste van de gemeente, omdat de parkeerkaart nauwkeurig op geld waardeerbaar is en het gebruik ervan betrokken raadsleden zowel tijdens raadswerkzaamheden als wellicht ook nog daarbuiten kosten bespaart. Ik zie overigens niet in waarom het vaststellen van een verordening in dit geval een probleem zou zijn. Ik verzoek u derhalve de huidige praktijk in overeenstemming te brengen met artikel 99, tweede lid, van de Gemeentewet, door genoemde voorziening alsnog bij verordening te regelen. |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
| ||||
Afschrift van deze brief heb ik gezonden aan de heer Essers en het provinciebestuur van Gelderland.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
| ||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() | |
Directie Bestuur & Organisatie Bedrijfsvoering Personeel, Organisatie & Informatie Arbeidszaken |
![]() | ||
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 323 59 92 | |||
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties t.a.v. dhr. mr. T.J. Vroegh Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG |
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen | ||
Datum | Datum uw brief | Ons kenmerk | Doorkiesnummer |
07-02-2000 | 29-10-1999 04-01-2000 |
C351/JdR | 3292580 |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Onderwerp | Aantal bijlagen | ||
parkeerkaarten raadsleden | 1 | ||
Naar aanleiding van uw bovenvermelde brieven delen wij u mede dat wij nog steeds van mening zijn dat het verstrekken van een parkeerkaart een noodzakelijke voorziening is om het werk als raadslid op een adequate wijze te verrichten. In ons schrijven van 5 augustus 1999 aan het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben wij dit uitvoerig toegelicht. Voor alle duidelijkheid vermelden wij nog dat de vergunning op kenteken is verstrekt en slechts geldig is voor het parkeren in de garage onder het Stadhuis. Met deze vergunning kan op geen enkele andere plaats in de stad worden geparkeerd. Raadsleden die niet over een auto beschikken, krijgen een dergelijke parkeervergunning niet. Zij hebben de beschikking over een pasje, waardoor zij hun fiets kunnen plaatsen in de stalling van het Stadhuis. Wij zijn op dit moment dan ook niet voornemens de bedoelde vergoeding bij verordening te gaan regelen. Onderhavige materie zal naar wij verwachten ook onderwerp van gesprek zijn binnen de werkgroep die -op initiatief van de Staatssecretaris van Financiën- voorstellen zal moeten ontwikkelen met betrekking tot ondermeer de onkostenvergoeding van raadsleden vanaf 2001. Voor nadere informatie omtrent vorenstaande verzoeken wij u desgewenst - na 14 februari a.s.- contact op te nemen met de heer A. van Bergen (toestel 2583). | |||
Directie Bestuur & Organisatie Bedrijfsvoering Personeel, Organisatie & Informatie Arbeidszaken |
Vervolgvel |
1 Voor de late beantwoording van uw bovenvermelde brieven bieden wij u onze excuses aan. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Loco-secretaris, w.g. mr. E.M. d'Hondt w.g. drs. A.P.M. Clijsen |
Peper: vrij parkeren Nijmeegse raadsleden is in strijd met regels
Dat heeft minister Peper van Binnenlandse Zaken in een brief aan de Nijmeegse gemeenteraad laten weten. Volgens Peper kunnen de raadsleden de parkeerkaart voor de Stadhuisgarage ook privé gebruiken, waardoor ze er financieel gewin bij kunnen hebben. Om die reden had de gemeente regels moeten stellen aan het vrij parkeren voor raadsleden. Volgens burgemeester D'Hondt moet de parkeerkaart voor de raadsleden op één lijn worden gesteld met het ter beschikking stellen van fractiekamers, verwarming en verlichting. Peper vindt die vergelijking onzin omdat de parkeerkaart geldig is voor een openbare parkeergarage 'die door eenieder tegen betaling kan worden gebruikt'. En omdat de raadsleden de kaart ook kunnen gebruiken wanneer ze niet bezig zijn met raadswerk. Volgens stadscriticus R. Essers, die de kwestie rond de gratis parkeerkaarten aan de kaak stelde, is het gratis parkeren bovendien in strijd met het streven van de gemeente het autogebruik terug te dringen. Raadsleden krijgen jaarlijks al een vergoeding van een kleine 30.000 gulden bruto voor hun werkzaamheden, plus zo'n vijf mille aan onkosten. Een aparte reiskostenvergoeding voor 'woon-stadhuis-verkeer' krijgen ze niet. Burgemeester D'Hondt stelt in een reactie het sop de kool niet waard te vinden. "Bij dit soort dingen zijn de grenzen natuurlijk nooit voor honderd procent helder te trekken. Maar de minister heeft de misvatting dat we de raadsleden algemene parkeerfaciliteiten geven. Terwijl de parkeerkaart uitsluitend dient voor hun aanwezigheid in het stadhuis. Gebruiken ze de kaart ergens anders voor, dan is sprake van misbruik en moeten we daar wat aan doen. Maar ik denk niet dat de minister van dergelijk misbruik uitgaat." Als Peper er op staat, wil de burgemeester best via een verordening precies regelen waarvoor de kaart mag worden gebruikt. "Zodat nog eens duidelijk wordt dat het niet gaat om extra inkomsten, maar puur om het faciliteren van raadsleden." |
MIJN MENING
Minister Peper laat er geen enkele onduidelijkheid over bestaan dat de 'gratis' parkeerkaarten voor Nijmeegse raadsleden in strijd zijn met de Gemeentewet. De reden die uw verslaggever in de krant van 10 maart 2000 noemt, doet echter geen recht aan de argumentatie van de minister. Of raadsleden de kaart voor de Stadshuisgarage ook privé gebruiken is van ondergeschikt belang. De minister stelt zich op het standpunt dat er ontegenzeglijk sprake is van een voordeel ten laste van de gemeente, omdat de parkeerkaart nauwkeurig op geld waardeerbaar is. Op grond van artikel 99, tweede lid, van de Gemeentewet moeten voordelen ten laste van de gemeente, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkoming, bij verordening geregeld worden. De Nijmeegse gemeenteraad heeft bewust nagelaten om dit in de Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden te regelen. Een motie van die strekking werd op 27 januari 1999 door de raad verworpen. Alleen de fracties van van GroenLinks, De Groenen en de SP waren vóór de motie van De Groenen. Dat het gebruik van de parkeerkaart de betrokken raadsleden niet alleen tijdens raadswerkzaamheden, maar wellicht ook nog daarbuiten kosten bespaart is - ook voor minister Peper - slechts bijzaak. Als de kaart wél uitsluitend en alleen voor raadswerkzaamheden gebruikt wordt, dient de verstrekking ervan toch bij verordening geregeld te worden. Het zal nog een hele klus worden om aannemelijk te maken dat de verschuldigde parkeerbelasting niet door de raadsleden zelf betaald behoeft te worden uit hun vergoeding van 30.527 gulden en/of tegemoetkoming in de kosten van 5.001 gulden per jaar (bedragen vanaf 1 januari 2000). De Nijmeegse raadsleden ontvangen immers al 100 procent van de maximum bedragen die jaarlijks door de minister worden vastgesteld. De de wetgever heeft duidelijke beperkingen gesteld aan wat raadsleden ten laste van de gemeente ontvangen. Burgemeester D'Hondt vindt kennelijk het sop de kool niet waard. Toch kosten de parkeerkaarten voor raadsleden de gemeenschap zo'n 12.000 gulden per jaar. De stelling dat het hierbij niet gaat om extra inkomsten, maar puur om het faciliteren van raadsleden, wordt (ook) door de fiscus waarschijnlijk niet onderschreven. Het argument dat de fiscus niet op ideeën gebracht moest worden, was in 1998 juist de reden dat de regeling van de parkeerfaciliteiten uit de concept-verordening geschrapt werd. Rob Essers, Nijmegen Verschenen in De Gelderlander, maandag 13 maart 2000 |
Vergoeding raadsleden gemeente Nijmegen | |||||
jaar | klasse | inwonertal | vergoeding | tegemoetkoming | Stcrt. |
1996 | 15 | 125.001 - 150.000 | f 26.297,- | f 4.426,- | 1995, nr 230 |
1997 | 15 | 125.001 - 150.000 | f 26.560,- | f 4.515,- | 1996, nr 235 |
1998 | 16 | 150.001 - 250.000 | f 28.943,- | f 4.861,- | 1997, nr 241 |
1999 | 16 | 150.001 - 250.000 | f 29.638,- | f 4.893,- | 1999, nr 5 |
2000 | 16 | 150.001 - 250.000 | f 30.527,- | f 5.001,- | 2000, nr 25 |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Edited by RE | vervolg >> |