bestemmingsplan Volkspark De Goffert |
|
 |
 |
 |
 |
 |
VOORSCHRIFTEN |
|
1. |
ALGEMENE BEPALINGEN |
[...] |
Artikel 4 |
Beschrijving in hoofdlijnen |
In dit artikel wordt in hoofdlijnen aangegeven op welke wijze met het bestemmingsplan de in
de voorschriften omschreven doeleinden worden nagestreefd. Dit artikel is derhalve van
toepassing naast de artikelen 5 t/m 10. |
I |
Doelstellingen
Het beleid in dit plangebied is gericht op: |
1 |
Het behoud en de versterking van de ruimtelijke karakteristiek, zoals
weergegeven onder II lid 1 en op de kaart "Ruimtelijke karakteristiek", waarbij dit
voorschrift grondslag is voor vrijstellingen en wijzigingen van het plan. |
2 |
Het behoud van de functionele verwevenheid van recreatie, natuur, cultuur en
wonen. |
|
 |
II |
Ruimtelijk |
1 |
Alle maatregelen en ontwikkelingen zullen moeten bijdragen aan het behoud en/of
versterken van de gewenste ruimtelijke karakteristiek, zoals is beschreven in lid 2. |
2 |
In dit artikellid is voor een aantal elementen aangegeven, die voor het plangebied
van belang zijn voor de samenhang en de aansluiting bij de omliggende gebieden. |
2.1 |
De bestaande ruimtelijke karakteristiek van het park bestaat uit een
afwisseling van open en (met beplanting) verdichte gebieden en twee
zichtlijnen. De bestaande hoofdindeling, zoals weergegeven in afbeelding
'Ruimtelijke karakteristiek', dient te worden gehandhaafd, met uitzondering
van: |
- |
het open gebied met volkstuinen langs de Heideparkseweg, dat
omgevormd mag worden tot een overwegend bebost gebied; |
- |
het open gebied dat als dierenweide in gebruik is tussen de Oude
Mollenhutseweg en de Busserweg, dat omgevormd mag worden tot een
overwegend bebost gebied; |
- |
het open gebied van de voormalige speelplaats tussen de parkeerplaats
bij het stadion en de zuidelijke sport- en oefenveld, dat omgevormd mag
worden tot een overwegend bebost gebied; |
- |
de rozensiertuin, ter plaatse waarvan het opnieuw ruimtelijk markeren
van het ontbrekende ankerpunt door een fontein is toegestaan; |
2.2 |
Het behoud de bestaande hoogteverschillen binnen het park, waarbij een
laag gelegen Goffertweide omgeven wordt door hogere gelegen delen aan
de zijde van de Muntweg, openluchttheater en het stadion. |
2.3 |
Het behoud van het huidige spreidingspatroon van functies binnen het
park, waarbij functies in het beboste gedeelte liggen rondom de
Goffertweide en ten noordwesten van de Slotemaker de Bruïneweg en niet
op de Goffertweide zelf. |
2.4 |
Een nieuwe toegang wordt nagestreefd nabij de kruising van de Oude
Mollenhutseweg en de Weg door Jonkersbos. |
2.5 |
Een permanente doorgaande verbinding voor autoverkeer is ongewenst
tussen de Slotemaker de Bruïneweg en de Oude Mollenhutseweg via de
Steinweglaan en de Busserweg. |
III |
Functioneel |
1 |
Het beleid is erop gericht om de overwegend (dag)recreatieve functie van het
gebied te handhaven en/of te versterken en de mate van functiemenging met
niet-recreatieve functies zoveel mogelijk te beperken. |
2 |
Het realiseren van een zelfstandig horecabedrijf categorie 1 ter plaatse van de
kinderboerderij is toegestaan in het kader van de versterking van (dag)recreatieve
functie van het park. |
4 |
Het realiseren van een kassavoorziening op het voorplein van het Goffertstadion
ten behoeve van de verkoop van toegangsbewijzen voor activiteiten in het
stadion. |
|
 |
 |
 |
 |
 |
2. |
BESTEMMINGEN |
Artikel 5 |
Park |
1 |
De gronden die op de kaart zijn aangewezen voor 'park' zijn bestemd voor openbaar
groen en speelvoorzieningen, alsmede voor het behoud en/of herstel van de
landschappelijke waarden, en voorts ter plaatse van de nadere aanduiding daartoe op
de plankaart voor: |
- |
een openluchttheater met de daarbij behorende voorzieningen; |
- |
een speel- en spelplein met de daarbij behorende voorzieningen; |
- |
een horecabedrijf categorie 1 met de daarbij behorende voorzieningen; |
- |
een horecabedrijf categorie 2 met de daarbij behorende voorzieningen. |
2 |
Op deze gronden zijn toegelaten: |
a |
gazons; |
b |
beplantingen; |
c |
waterpartijen; |
d |
voet- en fietspaden; |
e |
gebouwen; |
f |
bouwwerken, geen gebouwen zijnde; |
g |
een kinderboerderij; |
h |
heem- of soortentuinen; |
i |
een horecabedrijf categorie 1; |
j |
een horecabedrijf categorie 2; |
k |
een openluchttheater; |
l |
een speel- en spelplein ('multiplein'). |
3 |
Op of in de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende
bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: |
a |
bebouwing mag uitsluitend worden opgericht binnen de op de kaart aangegeven
bebouwingsgrenzen, met dien verstande dat een bebouwingsgrens tot maximaal
1,50 meter mag worden overschreden met ingangspartijen, erkers, serres, aanen
uitbouwen tot een maximale nokhoogte van 3,00 meter, alsmede met luifels,
balkons en andere ondergeschikte bouwdelen; |
b |
de goot- en nokhoogte mogen niet meer bedragen dan op de kaart is
aangegeven; |
c |
het bouwperceel mag binnen het bouwvlak tot maximaal het op de kaart
aangegeven maximaal bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen
maximaal percentage bebouwde oppervlakte is aangegeven mag het bouwperceel
mag binnen de bebouwingsgrenzen geheel worden bebouwd; |
d |
in afwijking van het bepaalde onder a mogen ten behoeve van: |
- |
het onderhoud van het park maximaal 3 gebouwen worden gebouwd met
een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 75 m2, een maximale
goothoogte van 3,00 meter en een maximale nokhoogte van 4,50 meter; |
- |
de binnen de bestemming park aanwezige functies maximaal 5 gebouwen
worden gebouwd met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 125 m2
en een maximale nokhoogte van 3,00 meter, waarbij maximaal twee
gebouwen per functie zijn toegestaan. |
e |
in afwijking van het bepaalde onder b mogen binnen de bebouwingsgrenzen van
het openluchttheater en het multiplein bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
worden opgericht tot een maximale nokhoogte van 15 meter. |
4 |
De bedrijfsvloeroppervlakte van een horecabedrijf categorie 1 mag niet meer bedragen
dan 200 m2, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte van het horecabedrijf
categorie 1 bij de kinderboerderij (Steinweglaan 1a) niet meer mag bedragen dan 20
m2. |
5 |
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
Burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen
bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: |
a |
het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het
aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; |
b |
het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; |
c |
het aanleggen van waterlopen, sloten en andere wateren; |
d |
het vellen en rooien van houtgewas; |
e |
het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse leidingen en de daarmede
verband houdende constructies, installaties en apparatuur. |
6 |
Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 5 mag alleen en moet worden geweigerd,
indien door de uitvoering van de werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan
hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt
gedaan aan de aanwezige landschappelijke waarden en hieraan door het stellen van
voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen. |
7 |
Een aanlegvergunning is niet vereist voor: |
a |
werken of werkzaamheden, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en
beheer; |
b |
werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van
het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat
tijdstip verleende vergunning; |
c |
werken of werkzaamheden, die gelet op de in de doeleindenomschrijving
opgenomen doeleinden, voor deze gronden van ondergeschikte betekenis moeten
worden beschouwd. |
8 |
Op deze bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 (Beschrijving in hoofdlijnen) van
deze voorschriften van toepassing. |
[...] |
 |
 |
 |
 |
 |
Artikel 9 |
Recreatieve doeleinden |
1 |
De gronden die op de kaart zijn aangewezen voor 'recreatieve doeleinden' zijn bestemd
voor sport- en recreatievoorzieningen, |
- |
binnen het bestemmingsvlak met de nadere aanduiding Z, voor een zwembad
met de daarbij behorende voorzieningen; |
- |
binnen het bestemmingsvlak met de nadere aanduiding T, voor tennisbanen met
de daarbij behorende voorzieningen; |
- |
binnen het bestemmingsvlak met de nadere aanduiding V, voor sport- en
oefenvelden met de daarbij behorende voorzieningen; |
- |
binnen het bestemmingsvlak met de nadere aanduiding S, voor een stadion, met
de daarbij behorende voorzieningen. |
|
In het in het parkgebied gelegen stadion zijn in elk geval de volgende voorzieningen
toegestaan: voorzieningen die een relatie hebben met de sportactiviteiten in het
stadion, zoals ruimten voor fitness, sauna en fysiotherapie, en voorts voor kantoren,
detailhandel, horeca, beurzen, veilingen en congressen, mits deze ondergeschikt zijn
aan de sportactiviteiten ter plaatse. |
2 |
Op deze gronden zijn toegelaten: |
a |
gebouwen; |
b |
sportvelden; |
c |
parkeervoorzieningen; |
d |
verhardingen; |
e |
groenvoorzieningen; |
f |
bouwwerken, geen gebouwen zijnde. |
3 |
Op of in de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende
bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden: |
a |
hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de op de kaart
aangegeven bebouwingsgrenzen, met dien verstande dat de bebouwingsgrens tot
maximaal 1,50 meter mag worden overschreden met toegangspartijen, aan- en
uitbouwen alsmede met luifels, balkons en andere ondergeschikte bouwdelen; |
b |
de goot- en nokhoogte mogen niet meer bedragen dan op de kaart is
aangegeven; |
c |
het bouwperceel mag binnen het bouwvlak tot maximaal het op de kaart
aangegeven maximaal bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen
maximaal percentage bebouwde oppervlakte is aangegeven mag het bouwperceel
mag binnen de bebouwingsgrenzen geheel worden bebouwd. |
4 |
De maximale bedrijfsvloeroppervlakte van in het stadion toegestane ondergeschikte
functies bedragen: |
- |
900 m2 voor kantoren; |
- |
50 m2 voor detailhandel. |
5 |
Op de gronden buiten de bebouwingsgrenzen mogen uitsluitend bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, worden opgericht met een maximale nokhoogte van: |
- |
20,00 meter voor palen en masten; |
- |
3,00 meter voor het overige. |
6 |
Op deze bestemming is tevens het bepaalde in artikel 4 (Beschrijving in hoofdlijnen) van
deze voorschriften van toepassing. |
|